08 maart 2024
Formeel / Relativiteitsvereiste bij een WOZ-beschikking van een woninghuurder
Het hof heeft overwogen dat het relativiteitsvereiste van art. 8:69a Awb aan vermindering of verhoging van de WOZ-waarde in de weg staat, indien de indiener van het bezwaar of beroep geen direct financieel gevolg daarvan ondervindt. In dit geval is niet gebleken dat sprake is van een niet-geliberaliseerde woonruimte of dat X als huurder van de woning anderszins een direct financieel gevolg ondervindt bij een wijziging van de WOZ-waarde. De rechtsregel van art. 17 Wet WOZ strekt niet tot bescherming van het belang van X (nieuwsservice 2022, week 45). De A-G is van mening dat het hof is uitgegaan van een onjuiste rechtsopvatting. (nieuwsservice 2023, week 41). De Hoge Raad oordeelt dat (...)Lees meer06 maart 2024
Formeel / Prejudiciële vragen vergoeding voor immateriële schade
X heeft verzocht om toekenning van een vergoeding voor immateriële schade in verband met een overschrijding van de redelijke termijn. Het hof onderschrijft de conclusies van de A-G, inhoudende dat de vergoeding voor immateriële schade in procedures over de WOZ en de bpm in beginsel moet worden vastgesteld op € 50 per half jaar, de vergoeding moet worden gemaximeerd op het pleitbare financiële belang bij de procedure en de bagatelgrens fors hoger moet worden gesteld dan € 15. Het hof acht echter de kans aanwezig dat de Hoge Raad in die zaak zich niet zal uitlaten over deze kwesties. Daarom stelt het hof in deze zaak een vijftal prejudiciële vragen. Het hof houdt iedere verdere beslissing aan en schorst het geding totdat de Hoge Raad naar aanleiding van de vragen uitspraak heeft gedaan.Lees meer04 maart 2024
Academie Lokale Belastingen / Cursus Actualiteiten Formeel recht (online) – 14 maart 2024
Op 14 maart kun je deelnemen aan onze cursus Actualiteiten Formeel recht. Tijdens deze cursus staat de jurisprudentie op het gebied van het formele recht centraal. De recente jurisprudentie wordt uitgebreid behandeld. Ook zal aandacht besteed worden aan de processuele en financiële risico’s van de fiscale procedures. Natuurlijk zullen ook eventuele wijzigingen in wetgeving behandeld worden. Een vast onderwerp van deze cursus is de proceskostenvergoeding. Enkele specifieke onderwerpen die aan bod komen tijdens de aankomende cursus: (...) Lees meer01 maart 2024
Formeel / Conclusie A-G, geen objectieve en redelijke rechtvaardiging voor tariefverschil kostenvergoeding bezwaarfase
X klaagt er in cassatie over dat de rechtbank niet punt 1 (tarief: € 296) van onderdeel B2 van de bijlage bij het Bpb had moeten toepassen, maar punt 2 (tarief: € 597). A-G Koopman meent dat de besluitgever niet in redelijkheid mocht menen dat de belasting- en premiezaken en overige gevallen met oog op de toepassing van onderdeel B2 van de bijlage bij het Bpb niet als gelijke gevallen zijn aan te merken. De besluitgever heeft het onderscheid gebaseerd op de veronderstelling dat de kosten in belasting- en premiezaken voor de bezwaarfase (gemiddeld genomen) lager zijn dan het destijds vastgestelde forfaitaire tarief geldend voor overige zaken. (...)Lees meer01 maart 2024
WOZ / Conclusie A-G, te ruime interpretatie van het Schiphol-arrest
X is eigenaar en gebruiker van onroerende zaken op 2 locaties waar een glastuinbouwbedrijf wordt geëxploiteerd. De heffingsambtenaar van de gemeente Westland heeft voor elk van de 2 onroerende zaken afzonderlijk een WOZ-beschikking gegeven. X meent dat de onroerende zaken een samenstel vormen in de zin van art. 16 aanhef en onder d. Wet WOZ. Het hof heeft X in het ongelijk gesteld en daarbij in aanmerking genomen de geografische omstandigheden en omstandigheden die de afzonderlijke bruikbaarheid betreffen (nieuwsservice 2023, week 6). De A-G leidt uit de processtukken af dat sprake is van een proefprocedure en dat het belang is gelegen in de energiebelasting. X stelt dat (...)Lees meer01 maart 2024