13 maart 2025
Formeel / Omkering bewijslast na onherroepelijke informatiebeschikking
De heffingsambtenaar heeft voor de beoordeling van het bezwaar tegen de WOZ-beschikking om informatie gevraagd. Omdat die niet is verstrekt, heeft de heffingsambtenaar een informatiebeschikking uitgevaardigd. X heeft hiertegen geen rechtsmiddel ingesteld, waardoor deze onherroepelijk is geworden. Volgens de rechtbank is in dit geval sprake van een situatie waarin de bewijslast-sanctie gerechtvaardigd is. Het geschil spitst zich toe op de vraag of voldoende rekening is gehouden met – naar X stelt – het onder-gemiddelde voorzieningenniveau van de woning. Omdat X niet heeft voldaan aan het verzoek om informatie, kon de heffingsambtenaar zich geen duidelijk beeld vormen van de toestand van de woning. De bewijslast-sanctie is proportioneel.Lees meer24 februari 2025
Formeel / Toepassing art. 30a Wet WOZ
Het beroep is gegrond. De proceskostenvergoeding wordt met toepassing van art. 30a Wet WOZ vastgesteld op € 22,68. Dit bedrag is het resultaat van 1 punt voor het indienen van het beroepschrift met een waarde per punt van € 907, een wegingsfactor 0,25 en vermenigvuldigingsfactor 0,1. Deze zaak is op de zittingsdag gelijktijdig, maar niet gevoegd, behandeld in een cluster van in totaal 9 zaken. In elk van deze zaken is rechtsbijstand verleend door dezelfde gemachtigde. In 7 zaken daarvan konden de werkzaamheden (nagenoeg) identiek zijn en waren dat feitelijk ook. Dat brengt mee dat de vergoeding moet worden verhoogd met de samenhangfactor van 1,5 (tot € 34,02) en verdeeld over de 7 samenhangende zaken. In elk van de zaken wordt daarom € 4,86 toegekend, wat aan belanghebbende zelf moet worden betaald.Lees meer19 december 2024
Formeel / Geen sprake van niet tijdig beslissen op verzoek om WOZ-beschikking
X heeft op 5 maart 2024 per brief de heffingsambtenaar van BWB verzocht om de WOZ-beschikking 2024 vast te stellen op een bepaald bedrag. De heffingsambtenaar heeft bij beschikking van 31 maart 2024 de waarde op een hoger bedrag vastgesteld. X heeft beroep ingesteld, omdat de heffingsambtenaar volgens hem nog niet heeft beslist op zijn aanvraag. De rechtbank overweegt dat als de brief van X van 5 maart 2024 moet worden aangemerkt als een aanvraag als bedoeld in art. 1:3 Awb, met de beschikking van 31 maart 2024 is beslist op die aanvraag. Hieraan doet niet af dat de heffingsambtenaar ook ambtshalve gehouden is om de WOZ-beschikking vast te stellen. Door de WOZ-beschikking op een hoger bedrag vast te stellen dan is verzocht, is het verzoek van X afgewezen. Van niet tijdig beslissen is om die reden geen sprake. Het beroep is daarom kennelijk niet-ontvankelijk.Lees meer06 december 2024
Formeel / /WOZ; deskundigheid van taxateur samenwerkingsverband onvoldoende aannemelijk gemaakt
X betwist de deskundigheid van de taxateur welke is ingehuurd door Sabewa. Volgens de rechtbank is inschrijving als registertaxateur bij het NRVT geen vereiste voor het vaststellen van de WOZ-waarde. Wel mag van de heffingsambtenaar verwacht worden dat hij de deskundigheid van de taxateur voldoende aannemelijk maakt. De heffingsambtenaar weet niet of de taxateur staat ingeschreven in het NRVT, maar hij voldoet volgens haar wel aan de voorwaarden die gesteld worden aan de deskundigheid. Volgens de rechtbank blijkt uit deze verklaring dat zij onbekend is met de ervaring van de taxateur op het gebied van vastgoed. (...)Lees meer02 december 2024
Leges / Feitelijke kosten van X dienen niet als maatstaf voor legesheffing
X heeft een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend voor de bouw van 4 loodsen. X stelt dat de gemeente Terneuzen de bouwsom te hoog heeft vastgesteld. De rechtbank overweegt dat de feitelijke kosten die X maakt voor de bouw niet als maatstaf voor de legesheffing kunnen dienen. Deze sluiten niet aan bij de prijs die een derde in het economisch verkeer zou rekenen. Ook de door de heffingsambtenaar gehanteerde bouwkosten op basis van taxatieboekjes zijn te hoog. Volgens de rechtbank kunnen deze taxatieboekjes slechts als hulpmiddel dienen en vormen geen zelfstandige heffingsgrondslag. X heeft met een gespecificeerde berekening aannemelijk gemaakt dat de bouwkosten lager zijn dan het door de heffingsambtenaar bepaalde bedrag. Lees meer29 november 2024