19 november 2024
Parkeerbelastingen / Compensatie parkeerbelasting
X parkeerde in zone A maar selecteerde in de parkeerapp per vergissing een andere zone, waar een lager parkeertarief geldt. De rechtbank oordeelt dat het door de zoneborden voldoende duidelijk had moeten zijn dat X in zone A stond. Dat X te weinig parkeerbelasting heeft voldaan, komt dan ook voor zijn rekening en risico. De rechtbank vernietigt de naheffingsaanslag niet omdat X aannemelijk heeft gemaakt dat zij de parkeerapp niet tijdig had uitgezet en daardoor ten minste een kwartier te veel parkeerbelasting had voldaan. Dit overschot compenseert het kwartier gratis parkeren. Gezien het gemeentelijke beleid om naheffingsaanslagen te vernietigen in gevallen waarin het parkeertarief gelijk is en de belasting feitelijk is voldaan, heeft de rechtbank besloten in lijn met dit beleid te handelen en de naheffingsaanslag te vernietigen.Lees meer18 november 2024
Formeel / Geen aan de heffingsambtenaar te wijten onrechtmatigheid
De heffingsambtenaar van de gemeente Breda heeft het bezwaar van X niet-ontvankelijk verklaard omdat het niet tijdig was ingediend. Vervolgens is de naheffingsaanslag ambtshalve vernietigd omdat er wel parkeerbelasting was voldaan en is het verzoek om proceskostenvergoeding afgewezen. De heffingsambtenaar stelt dat X niet in de gelegenheid is gesteld zich uit te laten over de termijnoverschrijding en dit had wel gemoeten. Het bezwaar is volgens de rechtbank ten onrechte niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank ziet niet in hoe het corrigeren van het dictum of het (mogelijk) alsnog horen van X enig belang van X kan dienen. (...)Lees meer01 november 2024
Parkeerbelastingen / Onderzoeksplicht vooraf naar te betalen tarief
X stelt dat hij samen met zijn vriendin de auto kort in een parkeervak heeft geplaatst. De vriendin is uit de auto gestapt en naar een parkeerautomaat gelopen om de parkeerbelasting te voldoen. Daar zag die vriendin dat alleen voor een dagtarief van € 16,50 mocht worden geparkeerd. Omdat zij dit te duur vond, is zij teruggelopen naar de auto. De rechtbank overweegt dat geen sprake is van het onmiddellijk in- en uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van zaken. Ook in het geval een bestuurder in een parkeervak staat te wachten met een draaiende motor, is de tijd dat hij in het parkeervak stond aan te merken als parkeren. Op X rust een onderzoeksplicht. Volgens de rechtbank mag van X worden verwacht om vooraf te onderzoeken wat het te betalen tarief is. Dat belanghebbende stelt niet bekend te zijn geweest met de regelgeving over het parkeerbeleid van de gemeente Tilburg komt voor zijn rekening en risico.Lees meer10 oktober 2024
Parkeerbelastingen / Foto’s geven geen aanleiding tot nadere controle
De heffingsambtenaar van de gemeente Tilburg heeft de naheffingsaanslag parkeerbelasting na bezwaar vernietigd. Het verzoek om een kostenvergoeding is afgewezen. X stelt dat de door het scanvoertuig gemaakte foto’s aanleiding gaven tot nadere controle, omdat activiteit rondom het voertuig te zien is. De rechtbank ziet op de foto’s geen activiteit die op laden en lossen duidt. De enkele aanwezigheid van een persoon in de deuropening bij nr. 1 is onvoldoende. Bovendien geeft X aan dat zij een tafel naar de woning op nr. 2 heeft gebracht. Op basis van de op dat moment beschikbare gegevens is de naheffingsaanslag terecht opgelegd. Het besluit is herroepen op basis van gegevens die voor het eerst onder de aandacht van de heffingsambtenaar kwamen, nadat X bezwaar had gemaakt, aanvullende informatie had verstrekt en was gehoord. Er is geen sprake van een aan de heffingsambtenaar te wijten onrechtmatigheid. Het verzoek om een proceskostenvergoeding is terecht afgewezen.Lees meer08 oktober 2024
WOZ / Bij de waardering kunnen fouten gemaakt worden die in een volgend belastingjaar kunnen worden hersteld
De heffingsambtenaar van Belastingsamenwerking West-Brabant is in de bezwaarfase uitgegaan van de situatie op de toestandsdatum 1 januari 2023. In beroep stelt de heffingsambtenaar dat de woning in 2021 al gereed was en dus bepaald moet worden naar de waardepeildatum. X stelt dat de waarde dan hetzelfde zou moeten zijn als voor belastingjaar 2022. De taxateur geeft aan dat de waarde voor 2022 foutief was berekend, vanwege onvolledige bouwtekeningen. De rechtbank heeft begrip voor het standpunt van X dat opmerkelijk is dat de huidige waarde niet in verhouding staat tot de waarde voor vorig belastingjaar die uitgaat van dezelfde datum. Bij de waardering kunnen echter fouten gemaakt worden die bij een taxatie op een volgend belastingjaar kunnen worden hersteld. Lees meer06 september 2024