26 maart 2024
Leges / Bouwkosten worden gesteld op de kosten van alle verplichtingen die naar verwachting voor de volledige fysieke realisatie worden aangegaan
In de legesverordening van de gemeente Den Haag zijn de bouwkosten omschreven als het bedrag waarvoor de aannemer zich heeft verbonden het werk tot stand te brengen of, voor zover deze ontbreekt, een raming van kosten exclusief omzetbelasting die voortvloeien uit de aangegane verplichtingen voor de fysieke realisatie (het bouwen) van de bouwwerken. X stelt dat deze heffingsgrondslag niet voldoet aan de kenbaarheidseisen. De verordening geeft geen rekenmethodiek ter bepaling van de bouwkosten. Daarnaast kan de hoogte van de leges mogelijk niet op of vóór het ontstaan van de materiële belastingschuld worden bepaald, omdat wordt gesproken over “kosten die voortvloeien uit de aangegane verplichtingen”. (...)Lees meer28 februari 2024
Formeel / Gewicht van de zaak 0,5 gelet op de eenvoud, geringe werkbelasting en het geringe belang van de zaak
Naar aanleiding van het door X ingestelde beroep wordt de waarde van de woning met € 5.000 verminderd. De rechtbank veroordeelt de heffingsambtenaar van de gemeente Noordwijk tot vergoeding van de door X gemaakte proceskosten en stelt het gewicht vast op 0,5 (licht), gelet op de eenvoud van de zaak, de daarmee samenhangende (zeer geringe) werkbelasting van de gemachtigde en het geringe belang van de zaak.Lees meer23 februari 2024
Formeel / X kan met beroep op schending art. 40 Wet WOZ niet in betere positie komen
In beroep is enkel in geschil of de heffingsambtenaar heeft voldaan aan zijn verplichtingen ingevolge art. 40 lid 2 Wet WOZ. Volgens de rechtbank heeft X daarbij geen belang. X heeft bevestigd dat de WOZ-waarde geen geschilpunt vormt. In bezwaar is een proceskostenvergoeding toegekend, waartegen X in beroep geen gronden heeft aangevoerd. De rechtbank constateert dat ook indien X op de resterende geschilpunten in het gelijk zou worden gesteld, dit hem niet in een betere positie kan brengen. Een eventuele proceskostenvergoeding voor de beroepsfase vormt op zichzelf onvoldoende belang. X is evenwel ontvankelijk in zijn beroep, omdat dit rechtsmiddel hem, ongeacht de gronden, in een betere positie zou kunnen brengen. Daar is echter gelet op de gronden van X geen sprake van.Lees meer14 februari 2024
Parkeerbelastingen / Geen acute (onverwachte) noodsituatie
X stelt dat zij wegens haar fysieke klachten/aandoeningen feitelijk en fysiek verhinderd was om parkeergeld te betalen. Volgens de rechtbank is geen sprake van een acute noodsituatie. X had al voordat zij parkeerde wetenschap van haar fysieke klachten en was zich er ook van bewust dat dit tot problemen leidde bij het voldoen van parkeerbelasting. Er was dus geen acute (onverwachte) noodsituatie, zodat ook geen sprake is van overmacht. X had vooraf moeten anticiperen op het later moeten voldoen van parkeerbelasting, bijvoorbeeld via het inschakelen van hulp of het kiezen van een ander vervoermiddel. De rechtbank begrijpt dat dit lastig is voor X en een forse beperking voor haar vormt in haar bewegingsvrijheid, maar dat ligt in de persoonlijke sfeer van X. Het strekt te ver om van de gemeente te eisen dat zij per individueel geval aparte methoden en/of apparatuur creëert en ter beschikking stelt om de parkeerbelasting te kunnen voldoen. Lees meer14 februari 2024
Formeel / Gemeente maakt geen gebruik van grondstaffels, liggingsfactoren, indexeringscijfers en KOUDV-factoren
De heffingsambtenaar van gemeente Den Haag stelt geen gebruik te maken van grondstaffels, liggingsfactoren, indexeringscijfers en KOUDV-factoren. De rechtbank heeft geen reden hieraan te twijfelen. Deze gegevens konden dus niet aan X worden verstrekt. De heffingsambtenaar was ook niet verplicht om de waardering van de bijgebouwen te verstrekken. Waarderen is geen exacte wetenschap en het beoordelen van de juistheid van de waarde gaat niet over de vraag of de juiste bedragen van samenstellende onderdelen van het object zijn vastgesteld, maar om de beoordeling van de WOZ-waarde als geheel. (...)Lees meer11 januari 2024