Gemachtigde zou toch wel in beroep zijn gegaan
De gemachtigde van X heeft in de bezwaarfase verzocht om diverse stukken. De heffingsambtenaar was volgens de rechtbank niet verplicht om de cijfermatige correcties van de KOUDV-factoren, de waarde van de deelobjecten en minstens 6 referentiewoningen te verstrekken omdat dit geen gegevens zijn die onder de toezendplicht van art. 40 lid 2 Wet WOZ vallen. Waarderen is geen exacte wetenschap en het beoordelen van de juistheid van de waarde gaat niet over de vraag of de samenstellende onderdelen van het object op de juiste bedragen zijn vastgesteld, maar om de WOZ-waarde als geheel. De grondstaffel is wel een gegeven dat ten grondslag ligt aan de vastgestelde waarde. X heeft in beroep alsnog kennis kunnen nemen van de grondstaffel en deze kunnen betwisten. De rechtbank passeert het gebrek daarom met toepassing van art. 6:22 Awb en kent geen proceskostenvergoeding toe. In 10 zaken zijn telkens identieke en algemene formele punten aangevoerd, maar nauwelijks tot geen inhoudelijke klachten. De rechtbank leidt hieruit af dat de gemachtigde van X toch wel in beroep zou zijn gegaan.
Terug naar kennisbankDATUM:
11 januari 2024
ECLI:
ECLI:NL:RBDHA:2024:455
ZAAKNUMMER:
22/6967
INSTANTIE:
Rechtbank Den Haag