06 april 2020Fiscaal advies

Corona-uitbraak en ondernemersfondsen

Robert Duits

Fiscaal adviseur lokale belastingen

De gevolgen van de Corona-uitbraak en de daarop ingestelde maatregelen worden steeds duidelijker.
Op rijksniveau zijn er inmiddels diverse voorzieningen getroffen om de economische gevolgen van de crisis zoveel mogelijk te beperken. Ook de gemeentelijke belastingheffer kan bepaalde (fiscale) voorzieningen treffen, waarbij de ondernemers op korte termijn zoveel mogelijk kunnen worden ontzien. De VNG adviseert om het door het Rijk op 22 maart jl. geformuleerde beleid op het gebied van invordering en kwijtschelding zoveel mogelijk te volgen. Sommige gemeenten willen echter nog meer maatregelen treffen en je ziet dezer dagen dan ook de meest wilde ideeën langskomen. Dat klinkt natuurlijk leuk, maar de juridische houdbaarheid daarvan is erg belangrijk voor de langere termijn.

Ondernemersfondsen
In veel gemeenten zijn de afgelopen 10 jaar ondernemersfondsen in het leven geroepen. Omdat veel ondernemers door de Corona-maatregelen getroffen worden met aanzienlijk omzetdalingen (zeker in de horeca), zullen er ook bij de ondernemersfondsen problemen gaan ontstaan. Voor alle drie de hieronder te bespreken belastinginstrumenten geldt dat het invorderings- en kwijtscheldingsbeleid van het Rijk sowieso kan worden toegepast. In deze column zal ik ingaan op eventuele aanvullende (on)mogelijkheden die er voor gemeenten zijn om aanpassingen door te voeren.

Opslag OZB
Voeding van een ondernemersfonds vindt plaats via een verhoging van de tarieven van de OZB voor niet-woningen. De opslag van de OZB geldt voor alle niet-woningen, en binnen de heffing is geen wettelijke mogelijkheid aanwezig om een tariefdifferentiatie toe te passen. Daardoor is het ook niet toegestaan om bepaalde categorieën niet-woningen te ontzien en is het ook niet mogelijk voor horeca-objecten een lager tarief te hanteren dan voor overige niet-woningen. Wel kan, ook met terugwerkende kracht, voor alle belastingplichtigen een tariefverlaging doorgevoerd worden.

Reclamebelasting
Ondernemersfondsen waarbij reclamebelasting geheven worden, gebruiken de inkomsten vaak met name om evenementen of promotie/marketing ed. te bekostigen. Door het verbod op evenementen, dat in ieder geval tot 1 juni zal duren, zullen evenementen en veel andere activiteiten de komende tijd niet door kunnen gaan.

Als nog geen aanslagen opgelegd zijn, dan zou men kunnen overwegen om vooralsnog geen aanslagen op te leggen of bijvoorbeeld de tarieven te verlagen. Op die wijze kunnen alle belastingplichtigen worden ontzien en kan ook geanticipeerd worden op het feit dat momenteel geen evenementen kunnen plaatsvinden en dus ook minder financiële middelen nodig zijn. Ook zou bijvoorbeeld voor dit jaar in zijn geheel kunnen worden afgezien van het opleggen van aanslagen. Dat zou dan wel betekenen dat na het opheffen van de maatregelen geen financiële middelen aanwezig zijn om juist dan zaken op te gaan pakken.

Een andere mogelijkheid is het aanpassen van het bestaande activiteitenplan, zodat de acties meer gericht zullen zijn op bevorderen van de bedrijfscontinuïteit. Daarbij kan gedacht worden aan specifieke marketing die gericht op projecten zoals (collectieve) bezorging of centrale afhaalmogelijkheden. Veel horecabedrijven hebben hun bedrijfsvoering al aangepast op dit punt. Momenteel zal daar meer behoefte aan zijn dan het organiseren van een of meerdere grootschalige evenementen, waarvan thans niet duidelijk is of die dit jaar nog wel kunnen worden gehouden.

Tariefdifferentiatie is binnen de reclamebelasting in beginsel mogelijk. Maar als men deze wil koppelen aan bepaalde categorieën belastingplichtigen (bijvoorbeeld horeca), dan dient wel rekening gehouden te worden met het feit dat ook de lokale wetgever gebonden is aan de algemene beginselen van behoorlijk bestuur, zoals het evenredigheids- en het gelijkheidsbeginsel. Daarom dienen dergelijke initiatieven eerst goed onderzocht te worden voordat deze ingevoerd worden. Hoewel de wetgever een grote vrijheid heeft, dienen gelijke gevallen immers ook gelijk behandeld te worden.

Overigens zou het instellen van een ondernemersfonds via een (gebiedsgerichte) reclamebelasting voor 2021 juist een middel kunnen om de omzet een extra boost te geven. Invoering daarvan kan redelijk eenvoudig plaats vinden.

BIZ-bijdrage
De Wet BIZ is op 1 januari 2015 in werking getreden en een BI-zone geldt maximaal voor 5 jaar. Veel BI-zones gaan daardoor dit jaar of volgend jaar hun volgende termijn in. Door de Corona-maatregelen is het momenteel niet (goed) mogelijk om de juiste stappen goed of eenvoudig te doorlopen, al was het maar omdat de diverse partijen die voor dit proces noodzakelijk zijn niet fysiek bij elkaar kunnen komen. Het verlengen van aflopende BIZ-zen met bijvoorbeeld 1 jaar is ook niet mogelijk. Daarom wordt ook momenteel door verschillende partijen een lobby gevoerd om te komen tot een wetswijziging, zodat de huidig BIZ-zen nog voor 1 jaar kunnen worden verlengd (of de maximumtermijn van 5 jaren buiten toepassing wordt gesteld).

Als bestaande BIZ-zen niet worden verlengd, dan zullen ook activiteiten zoals promotie, marketing, beveiliging en onderhoud volgend jaar wegvallen en die zijn nu juist in deze crisis van essentieel belang. Als de wet niet wordt aangepast, dan zal naar andere creatieve oplossingen gezocht moeten worden. Het is dus van groot belang om dit jaar toch die voorbereiding van de nieuwe BIZ-periode op te pakken. De afgelopen weken zijn moderne communicatiemiddelen zoals Skype, Zoom of Microsoft Teams in ieder geval bij veel organisaties sneller dan verwacht ingevoerd of wordt er veel meer gebruik van gemaakt. Bij de verlenging van bestaande BIZ-zen (zeker als deze betrekking hebben op relatief beperkte gebieden) zouden deze ook goed gebruikt kunnen worden om bepaalde processen niet te laten stilvallen.

Een BIZ-heffing kan echter ook een hulpmiddel zijn om sneller uit te crisis te geraken. Juist door nu een BIZ in te voeren kunnen vanaf 2021 gezamenlijke activiteiten en voorzieningen worden gefinancierd, zodat men sneller uit de crisis kan komen. Gemeenten zouden daarbij kunnen faciliteren door bijvoorbeeld geen perceptiekosten in rekening te gaan brengen of een bijdrage waarmee de oprichting (deels) kan worden gefinancierd. Maar ook daarbij zal de nodige creativiteit noodzakelijk zijn.

Ten slotte zou nog overwogen kunnen worden om bestaande BIZ-zen, die alleen geheven worden van gebruikers, uit te breiden met een BIZ voor (vastgoed)eigenaren. Juist tijdens een crisis kan het invoeren van een eigenaren-BIZ (die overigens ook pas 2021 in werking kan treden) een goed instrument zijn voor vastgoedeigenaren om samen met de gemeente een visie te ontwikkelen op het gebied van het bevorderen van de leefbaarheid, de veiligheid of de ruimtelijke kwaliteit in het desbetreffende gebied. Voor het ontwikkelen van gedegen beleid, dat door de meerderheid ook wordt ondersteund, kan het instellen van een BIZ voor eigenaren juist nu een meerwaarde zijn. Al was het maar om dat binnen een BIZ samenwerking tussen de gemeente en de vastgoedeigenaren onontbeerlijk is.

Verantwoording over de bestedingen
Na afloop van het belastingjaar moeten de ondernemersfondsorganisaties altijd verantwoording afleggen over de gedane bestedingen. Bij de BIZ is dat het strengst geregeld. De gemeente kan op korte termijn laten weten hoe de organisaties met niet bestede gelden moeten of mogen omgaan. Ook hier zijn creatieve gedachten te ontwikkelen ter ondersteuning van de ondernemers.

Conclusie
Ook ondernemersfondsen hebben te maken met de gevolgen van de Corona-uitbraak. In deze column heb ik duidelijk proberen te maken dat er binnen de diverse heffingsinstrumenten ook mogelijkheden zijn om dit zoveel mogelijk te beperken. Het verlenen van uitstel van betaling of het helemaal niet opleggen van aanslagen lijken op het eerste oog wellicht de meest voor de hand liggende middelen te zijn. Maar er zijn ook andere oplossingen mogelijk, waarbij in ieder geval voorkomen moet worden dat goed lopende fondsen ophouden te bestaan. Want zodra de beperkende (of voor sommige ondernemers: draconische) maatregelen worden opgeheven, dan kunnen deze juist zorgen voor de noodzakelijke impulsen om zo snel mogelijk weer tot een “normale situatie” te komen.
 

Robert Duits

Fiscaal adviseur lokale belastingen

Ruim 20 jaar werkzaam in de Wet WOZ en de lokale belastingen. Gespecialiseerd in de Wet WOZ, rioolheffing, verblijfsbelastingen, ondernemersfondsen en kostentoerekeningen.

Deze website maakt gebruik van cookies

De noodzakelijke cookies zijn nodig voor het functioneren van de website. De statistiek-cookies verzamelen geen persoonsgegevens en helpen ons de site te verbeteren. Overige cookies zorgen voor een optimaal werkende website inclusief embedded content. Bekijk het cookiebeleid.