10-minuten-beleid staat niet in de weg aan opleggen naheffingsaanslag

In geschil is of de heffingsambtenaar van de gemeente Groningen terecht een naheffingsaan-slag parkeerbelasting heeft opgelegd. Volgens vaste jurisprudentie doet het er voor de belastingplicht niet toe of een voertuig al dan niet is afgesloten en of autosleutels in het contactslot van de auto aanwezig zijn. Ook de duur van het stilstaan van de auto doet niet af aan de vraag of er sprake is van parkeren. Belanghebbende heeft aannemelijk gemaakt dat hij korter dan 5 minuten op de betreffende parkeerplaats heeft gestaan.
De heffingsambtenaar voert ten aanzien van het opleggen van naheffingsaanslagen parkeerbe-lastingen een zogenoemd 10-minuten-beleid, hetgeen inhoudt dat alvorens er een naheffings-aanslag wordt opgelegd er 10 minuten wordt gewacht en geobserveerd om na te gaan of belanghebbende binnen die 10 minuten niet alsnog zijn parkeerbelasting heeft voldaan. Dit beleid heeft tot doel het tijdsverloop tussen de aanvang van het parkeren en het voldoen van de parkeerbelasting te overbruggen. En dus niet om de eerste of enige parkeerduur van maximaal 10 minuten vrij te stellen. Belanghebbendes stelling dat in dit geval geen naheffings-aanslag parkeerbelasting was opgelegd, wanneer de heffingsambtenaar de termijn van 10 minuten in acht zou hebben genomen berust niet op voormeld beleid en zou uitsluitend juist zijn geweest, wanneer belanghebbende binnen die 10 minuten zijn parkeerbelasting zou hebben voldaan. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.