Overlegging origineel betaalbewijs in hoger beroep voldoende

Aan belanghebbende is door de gemeente Amsterdam een naheffingsaanslag opgelegd, aangezien geen geldig parkeerbewijs in de auto was aangetroffen. In de bezwaarfase heeft belanghebbende 2 kopieën van de door hem gekochte parkeerkaartjes aan verweerder overgelegd. In de beroepsfase heeft hij geen origineel parkeerkaartje overgelegd.
De rechtbank overweegt dat de omstandigheid dat bij controle door de parkeercontroleur geen geldig parkeerbewijs is waargenomen in het algemeen toereikend bewijs is dat de verschuldigde parkeerbelasting niet tijdig is voldaan. Het is echter geen onweerlegbaar bewijs. Belanghebbende heeft de mogelijkheid tegenbewijs te leveren, onder meer door het alsnog overleggen van een geldig parkeerbewijs. Daarbij geldt de vrije bewijsleer, hetgeen inhoudt dat de rechter vrij is in de keuze van de bewijsmiddelen en de waardering daarvan. De rechtbank acht belanghebbende in dit tegenbewijs niet geslaagd. Het enkel overleggen van een kopie van een op het moment van de naheffingsaanslag geldig parkeerkaartje is daartoe onvoldoende.
In hoger beroep heeft belanghebbende alsnog originele betaalbewijzen overgelegd waaruit, ook volgens de heffingsambtenaar, kan worden afgeleid dat hij de verschuldigde belasting heeft voldaan. De heffingsambtenaar stelt zich echter op het standpunt dat de betaalbewijzen buiten beschouwing moet blijven, omdat belanghebbende heeft nagelaten deze bewijsmiddelen tijdens de procedure voor de rechtbank in geding te brengen. Het hof verwerpt dit standpunt, omdat het strijdt met de herkansingsfunctie van het hoger beroep. Het hof vernietigt de naheffingsaanslag.
 

Terug naar kennisbank

Deze website maakt gebruik van cookies

De noodzakelijke cookies zijn nodig voor het functioneren van de website. De statistiek-cookies verzamelen geen persoonsgegevens en helpen ons de site te verbeteren. Overige cookies zorgen voor een optimaal werkende website inclusief embedded content. Bekijk het cookiebeleid.