Chippen, geen bewijs gebruik bankpas

In geschil is of de naheffingsaanslag parkeerbelasting terecht is opgelegd. Tijdens een controle is door de parkeercontroleur geen parkeerbewijs aangetroffen. Belanghebbende stelt de parkeerbelasting te hebben voldaan door te chippen, doch zij is vergeten het parkeerkaartje vervolgens uit de automaat te halen en in de auto te leggen. Vaststaat dat belanghebbende heeft geparkeerd, daarvoor parkeerbelasting was verschuldigd, echter geen parkeerkaartje in de auto heeft gelegd en het kaartje naderhand niet heeft kunnen tonen. Belanghebbende had zich – nu zij de naheffingsaanslag op haar auto aantrof en zij niet in het opleggen van de aanslag wilde berusten – moeten realiseren dat haar eigen verklaring zonder nadere onderbouwing voor de rechter mogelijk onvoldoende bewijs zou zijn. Het had op haar weg gelegen om al het mogelijke te doen om aannemelijk te maken dat zij bij de desbetreffende parkeerautomaat gechipt had. Zij had kort nadien - en niet eerst in de beroepsfase - met haar bank contact kunnen opnemen om er achter te komen of vastgesteld kon worden dat zij op het tijdstip van parkeren met haar chippas bij de desbetreffende parkeerautomaat betaald had. Nu belanghebbende verzuimd heeft tijdig met haar bank contact te zoeken en belanghebbende op geen enkele wijze haar verklaring dat zij het kaartje in de parkeerautomaat had laten liggen, nader heeft onderbouwd, acht het Hof niet aannemelijk dat zij bij een parkeerautomaat een parkeer-kaartje heeft gekocht. De naheffingsaanslag is mitsdien terecht opgelegd. Het beroep is ongegrond.