Niet voldaan aan vergunningsvoorwaarden

De heffingsambtenaar van de gemeente Leiden heeft het bezwaar van belanghebbende tegen een naheffingsaanslag parkeerbelasting afgewezen. De Rechtbank 's-Gravenhage heeft het beroep ongegrond verklaard. Belanghebbende heeft aangevoerd dat hij al twaalf jaar in bezit is van een parkeervergunning die per automatische incasso wordt betaald.
Naar het oordeel van het hof heeft belanghebbende door het niet op de voorgeschreven wijze zichtbaar en leesbaar maken van de parkeervergunning niet aan de gestelde eisen voldaan zodat van betaald parkeren in de zin van de verordening geen sprake is. Hetgeen belanghebbende verder heeft aangevoerd, onder meer het gebruik van moderne hulpmiddelen waarmee kan worden vastgesteld of een parkeervergunning is verleend en betaald, dan wel het beleid van andere gemeenten, leidt niet tot een ander oordeel. Voor zover belanghebbende heeft aangevoerd dat aan de voorwaarde is voldaan nu de parkeercontroleur met behulp van zijn handterminal had kunnen vaststellen, dat de vergunning was betaald, kan dat belanghebbende evenmin baten. De gestelde voorwaarde gaat uit van een visuele controle en belanghebbende heeft deze voorwaarde aanvaard.
Het hof verklaart het hoger beroep ongegrond.