Waardering bouwgrond bij universiteitscomplex inclusief BTW

Belanghebbende is eigenaar van een universiteitscomplex. Het complex bestaat, naast opstallen, uit bouw- en overige gronden. De heffingsambtenaar van de gemeente Utrecht heeft de waarde vastgesteld inclusief BTW en het bezwaar hiertegen ongegrond verklaard. De Rechtbank Utrecht heeft het beroep ongegrond verklaard. Hof Amsterdam heeft het hoger beroep gegrond verklaard en de waarde verminderd. Belanghebbende heeft beroep in cassatie ingesteld.
Het hof heeft aannemelijk geacht dat belanghebbende de bouwgronden en de overige gronden uitsluitend van de gemeente zou hebben kunnen verkrijgen en dat die gronden daarbij uitsluitend inclusief omzetbelasting geleverd zouden zijn.
De Hoge Raad overweegt dat ingevolge artikel 11 van de Wet op de omzetbelasting van de belasting is vrijgesteld de levering van onroerende zaken met uitzondering van de levering van een bouwterrein. Aldus zou de levering van gronden zijn vrijgesteld van BTW indien en voor zover die gronden niet kunnen worden aangemerkt als een bouwterrein. Belanghebbende heeft in hoger beroep het standpunt ingenomen dat een transactie voor dit object zodanig zou zijn ingericht dat de overdracht aan de universiteit van de onbewerkte grond in de overdrachtsbelastingsfeer zou hebben plaatsgevonden, dat slechts een relatief beperkt deel van het totale areaal is bestemd om te worden bebouwd, en dat als gevolg daarvan naar schatting slechts de helft van de totale prijs zou zijn gevallen in de BTW-sfeer. Het hof heeft het standpunt van belanghebbende verworpen en geoordeeld dat aannemelijk is dat belanghebbende de gronden uitsluitend inclusief BTW geleverd had kunnen krijgen en dat de gronden daarom inclusief BTW dienen te worden gewaardeerd. Het oordeel van het hof behoeft nadere motivering, verwijzing moet volgen.
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie gegrond.