Originele handtekening niet vereist voor een afdoende machtiging
Op naam van belanghebbende is door gemachtigde beroep ingesteld. De rechtbank heeft geoordeeld dat de volmacht niet voldoet aan de daaraan te stellen eisen omdat het een foto van een volmacht betreft. De rechtbank heeft verzocht om een nieuwe machtiging, voorzien van een originele handtekening (geen scan en geen kopie). Aan dit verzoek is niet voldaan. Hierop is het beroep niet ontvankelijk verklaard. In het daartegen gerichte verzet stelt belanghebbende dat de rechtbank ten onrechte een nieuwe machtiging heeft verlangd met een originele handtekening. Daartoe heeft zij er op gewezen dat bij het beroepschrift reeds een machtiging was gevoegd waaruit de vertegenwoordigingsbevoegdheid van gemachtigde blijkt.
De Hoge Raad overweegt dat art. 8:24 Awb noch enige andere rechtsregel eist dat een schriftelijke machtiging dient te zijn voorzien van een originele, met pen geplaatste, handtekening. De omstandigheid dat de machtiging een foto is van een origineel, is op zichzelf geen grond om aan de geldigheid daarvan te twijfelen (vgl. ABRvS 11 januari 2017, ECLI:NL:RVS:2017:58). Aangezien de rechtbank geen andere gronden heeft vermeld op grond waarvan aan de vertegenwoordigingsbevoegdheid van gemachtigde getwijfeld zou moeten worden, is het verzet ten onrechte ongegrond verklaard.
DATUM:
02 juni 2017
ECLI:
ECLI:NL:HR:2017:957
ZAAKNUMMER:
17/00343
INSTANTIE:
Hoge Raad