Toepassing artikel 8:42 van de Awb

Belanghebbende heeft cassatie ingesteld, omdat volgens haar het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch ten onrechte heeft geoordeeld dat, aangezien het taxatierapport niet door belanghebbende is overgelegd, het hof over de bewijskracht daarvan geen oordeel kan geven.
In cassatie kan van het volgende worden uitgegaan. In zijn bezwaarschrift heeft belanghebbende zich beroepen op een daarbij gevoegd taxatierapport van 2 februari 1999, opgesteld door C, waarin de onroerende zaak is gewaardeerd op ƒ 208.500.
Zowel in de uitspraak op bezwaar, als in het verweerschrift voor het hof, wordt door de heffingsambtenaar van de gemeente Landgraaf ingegaan op het "aangevoerde" taxatierapport. In het verweerschrift in cassatie staat vermeld dat "bij de besluitvorming op het bezwaarschrift rekening is gehouden met dit door reclamant overgelegde stuk".
Naar het oordeel van de Hoge Raad laten deze feiten geen andere conclusie toe dan dat het taxatierapport van belang is geweest voor de besluitvorming over het bezwaarschrift. Het is derhalve een op de zaak betrekking hebbend stuk in de zin van artikel 8:42 van de Awb (vgl. HR 25 april 2008, nr. 43 791, BNB 2008/162). De heffingsambtenaar had het daarom aan het hof moeten zenden en het hof heeft dit miskend.
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie gegrond, vernietigt de uitspraak van het hof, verwijst het geding naar het Gerechtshof te Arnhem ter verdere behandeling en beslissing van de zaak met inachtneming van dit arrest.
 

Terug naar kennisbank

Deze website maakt gebruik van cookies

De noodzakelijke cookies zijn nodig voor het functioneren van de website. De statistiek-cookies verzamelen geen persoonsgegevens en helpen ons de site te verbeteren. Overige cookies zorgen voor een optimaal werkende website inclusief embedded content. Bekijk het cookiebeleid.