Geen sprake van uitsluitend verkoopklaar houden van de woning

X stelt dat ten onrechte t/m 2020 aanslagen forensenbelasting zijn opgelegd. X stelt dat de vakantiewoning niet voor permanente bewoning geschikt was en zij nog nooit één nacht in de woning heeft verbleven. Daarnaast stond de woning sinds 2013 te koop. X heeft in 2013 pogingen ondernomen om tot verkoop van de vakantiewoning over te gaan maar in afwachting van die verkoop heeft zij de woning steeds voor korte periodes aan vakantiegangers verhuurd. Buiten de periodes dat zij de woning daadwerkelijk verhuurde, stond de woning volgens de rechtbank ter beschikking van X. Uiteindelijk is de woning in 2020 verkocht. Tot aan deze verkoop heeft de woning ter beschikking van X gestaan, is dus voldaan aan het ’90-dagen-vereiste’ en was niet sprake van een situatie van uitsluitend verkoopklaar houden van de woning.