Op grond van doelmatigheidsoverwegingen geen begunstigend beleid

De heffingsambtenaar heeft een overzicht overgelegd met 425 percelen die niet in de heffing zijn betrokken. X, een woningcorporatie, maakt aannemelijk dat (een groot deel van) die percelen zijn aan te merken als met de percelen van X gelijke gevallen die ongelijk worden behandeld. De heffingsambtenaar heeft hierover voldoende geloofwaardig verklaard dat de percelen op grond van doelmatigheidsoverwegingen buiten de rioolheffing zijn gehouden. Het in de heffing betrekken van deze percelen vereist een individuele beoordeling van elk van deze percelen of er sprake is van afvoer in de bodem, dan wel van afvoer op de gemeentelijke riolering via andere percelen of van afwatering op gemeentelijke sloten. Dit wordt bevestigd door de recente controle aan de hand van rioleringskaarten. Omdat het doel van het beleid berust op doelmatigheidsoverwegingen, is er geen sprake is van begunstigend beleid (nieuwsservice 2021, week 19). De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond met toepassing van art. 81 RO. 

Terug naar kennisbank

Deze website maakt gebruik van cookies

De noodzakelijke cookies zijn nodig voor het functioneren van de website. De statistiek-cookies verzamelen geen persoonsgegevens en helpen ons de site te verbeteren. Overige cookies zorgen voor een optimaal werkende website inclusief embedded content. Bekijk het cookiebeleid.