Heffingsambtenaar hoeft enveloppen niet te bewaren

In geschil is of de heffingsambtenaar van de gemeente Rotterdam het bezwaar van X terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard. De termijn voor het maken van bezwaar eindigde op 3 maart. Indien X het stuk uiterlijk op 2 maart ter post had bezorgd, had de heffingsambtenaar het bezwaar uiterlijk op 9 maart 2020 moeten hebben ontvangen. Dat is gelet op de datumstempel van de gemeente van 20 april 2020 niet het geval. X stelt dat de heffingsambtenaar gehouden was om de envelop(pen) van de bezwaarschriften te bewaren, zodat aan de hand daarvan kan worden bekeken of de bezwaarschriften tijdig zijn ontvangen. De heffingsambtenaar heeft toegelicht dat het zijn vaste werkwijze is dat bij binnenkomst van een poststuk een datumstempel wordt gezet. De rechtbank gaat uit van de juistheid van de datumstempel. Het overleggen van de envelop(pen) zou geen toegevoegde waarde hebben omdat hieruit enkel zou zijn af te leiden of het bezwaarschrift tijdig ter post is bezorgd, en niet of het bezwaarschrift tijdig door de heffingsambtenaar is ontvangen.