Uitspraken op bezwaar watersysteemheffing en WOZ-beschikking gelijktijdig gedaan

De rechtbank heeft ambtshalve geoordeeld dat de heffingsambtenaar van BsOB in strijd met art. 131 Waterschapswet heeft beslist op het bezwaar tegen de aanslag watersysteemheffing, voordat de WOZ-beschikking onherroepelijk vaststond. Volgens het hof is die strijd er niet. In dit geval staat de uitspraak op bezwaar in hetzelfde geschrift waarin de uitspraak op bezwaar met betrekking tot de WOZ-beschikking staat. Art. 131 Waterschapswet strekt ertoe te voorkomen dat afzonderlijke procedures worden gevoerd bij de belastingrechter over feiten en omstandigheden die van belang zijn voor zowel de heffing van de watersysteemheffing als voor de vaststelling van de WOZ-waarde. Deze situatie doet zich hier niet voor. Bij de rechtbank is het beroep tegen de aanslag watersysteemheffing immers tegelijk ingesteld en behandeld met het beroep tegen de WOZ-beschikking (nieuwsservice 2021, week 31). In het oordeel van het hof ligt besloten dat X niet is benadeeld, doordat de heffingsambtenaar niet heeft gewacht met het doen van uitspraak op het bezwaar tegen de aanslag watersysteemheffing. Het daaruit voortvloeiende oordeel dat de uitspraak in stand kan blijven, geeft volgens de Hoge Raad niet blijk van een onjuiste rechtsopvatting. 

Terug naar kennisbank

Deze website maakt gebruik van cookies

De noodzakelijke cookies zijn nodig voor het functioneren van de website. De statistiek-cookies verzamelen geen persoonsgegevens en helpen ons de site te verbeteren. Overige cookies zorgen voor een optimaal werkende website inclusief embedded content. Bekijk het cookiebeleid.