Kenbaarheid parkeerbelasting
De gemeente maakte aannemelijk dat er omtrent de verschuldigdheid van parkeerbelasting voor het door belanghebbende parkeren van een auto redelijkerwijs geen misverstand kon bestaan. De gemeente had op elke straathoek een bord geplaatst waarop werd verwezen naar de dichtstbijzijnde parkeerautomaat. Het oordeel van het Hof dat het voldoende duidelijk was dat er ter plaatse voor het parkeren betaald diende te worden door middel van het inwerking stellen van een parkeerautomaat kan als van feitelijke aard en niet onbegrijpelijk in cassatie niet met vrucht worden bestreden. Het ontbreken van officiële verkeersborden, waarmee belanghebbende kennelijk bedoelt in bijlage II van het toentertijd geldende Reglement verkeersregels en verkeerstekens kan in dit oordeel geen wijziging brengen omdat het Reglement geen regels bevat ter zake van de aanduiding van plaatsen waar kan worden geparkeerd tegen betaling van parkeerbelasting.
Terug naar kennisbankDATUM:
11 oktober 1996
ECLI:
ECLI:NL:HR:1995:AA3126
ZAAKNUMMER:
30 141
INSTANTIE:
Hoge Raad