Heffing van eigendom in bungalowpark niet in strijd met het gelijkheidsbeginsel

Belanghebbende heeft een eigendom in een bungalowpark. Het afvalwater van ieder eigendom wordt naar één centraal punt binnen het bungalowpark afgevoerd en vervolgens vanuit dit punt afgevoerd naar de gemeentelijke riolering. De heffingsambtenaar van de gemeente Ermelo heeft aan belanghebbende een aanslag rioolrecht opgelegd. Rechtbank Zutphen heeft het beroep ongegrond verklaard.
Het hof stelt voorop dat belanghebbende gebruiker is van een eigendom van waaruit afvalwater direct of indirect op de gemeentelijke riolering wordt afgevoerd (vgl. HR 23 april 2004, nr. 39 414, LJN AO8219, BNB 2004/230). Hierbij is niet van belang, dat de VvE wordt aangeslagen door het waterschap. Evenmin is van belang dat het bungalowpark bedrijfsmatig wordt geëxploi-teerd. Verder betoogt belanghebbende dat sprake is van strijd met het gelijkheidsbeginsel omdat gebruikers van chalets op huurgrond op andere bungalowparken niet voor het rioolrecht worden aangeslagen. Het hof begrijpt dat belanghebbende hiermee een beroep doet op het gelijkheidsbeginsel. Vooropgesteld moet worden dat de gemeente in beginsel bevoegd is die regelingen vast te stellen die hem, met inachtneming van dwingende wettelijke bepalingen van een hogere orde, dienstig voorkomen. Hierbij komt hem een ruime beoordelingsvrijheid toe of sprake is van gelijke gevallen en de aan de ongelijkheid te verbinden gevolgen. Die beoorde-lingsvrijheid heeft de gemeente volgens het hof niet overschreden. Het rioolrecht wordt immers zonder onderscheid van alle gebruikers van een eigendom geheven van waaruit afvalwater op de gemeentelijke riolering wordt afgevoerd. Zo ook in het door belanghebbende genoemde geval, waarbij niet de gebruikers van de chalets, maar de eigenaar van de grond in de heffing van rioolrecht wordt betrokken.
Het hof hoger verklaart het beroep ongegrond.