Meer dan een persoon in de heffing te betrekken

De heffingsambtenaar van de gemeente Littenseradiel heeft aan de weduwe en kinderen van erflater een aanslag forensenbelasting opgelegd. Belanghebbenden hebben de woning gezamenlijk door erfrecht verkregen. Gedurende het gehele jaar stond de woning aan belanghebbenden, die niet met elkaar samenleven als gezin, ter beschikking en geen van hen heeft hoofdverblijf in de gemeente.
Het hof overweegt dat, indien ten aanzien van een woning meer personen als belastingplichtige kunnen worden aangemerkt, een keuze kan worden gemaakt met betrekking tot de persoon die in de heffing zal worden betrokken. Uit de bepaling kan niet worden afgeleid dat beoogd is in een aanslag meer dan een persoon in de heffing te betrekken. De heffingsambtenaar heeft nog aangevoerd dat ingevolge de ”Beleidsregels voor het aanwijzen van een belastingplichtige in een keuzesituatie” de aanslag kan worden opgelegd aan degene die met betrekking tot het voorgaande belastingtijdvak of kalenderjaar de aanslag heeft gekregen, gezorgd heeft dat de aanslag betaald is en nog steeds belastingplichtig is, en dat de aanslag voor het vorige kalenderjaar ook ten name van de erven was gesteld. Deze opvatting impliceert volgens het hof dat een met de Verordening strijdige heffingsbevoegdheid zou kunnen worden gecreëerd. Daarom oordeelt het hof dat de heffingsambtenaar niet op grond van het genoemde beleid de aanslag rechtsgeldig aan belanghebbenden mocht opleggen. Voor zover de heffingsambtenaar heeft bedoeld te stellen dat een van de erven als belastingplichtige is beschouwd en de aanslag is bedoeld aan deze te zijn gericht, kan hem dat niet baten. Hier doet zich niet het geval voor dat de tenaamstelling een voor de belastingplichtige kenbare fout bevat, maar is aan belanghebbenden niet duidelijk gemaakt wie van hen als belastingplichtige is aangemerkt.