Herstel kennelijke misslag uitspraak hof na einde cassatietermijn

Het hof heeft op 23 oktober 2017 mondeling uitspraak gedaan. De heffingsambtenaar van de gemeente Eindhoven heeft het hof vervolgens op 11 januari 2018 bericht dat de uitspraak naar zijn mening een misslag bevat. In het dictum is namelijk vermeld dat hij is veroordeeld in een tegemoetkoming in de kosten van het bezwaar, vastgesteld op in totaal € 992. In rechtsoverweging 13 van de uitspraak is, na een gespecificeerde berekening, echter vermeld dat deze tegemoetkoming € 492 bedraagt. Volgens belanghebbende is geen sprake van een evidente misslag, omdat de heffingsambtenaar het hof pas over de misslag heeft bericht toen de in het dictum vermelde vergoeding al was betaald aan belanghebbende en bovendien de cassatietermijn was verstreken.
Het hof is van oordeel dat het beide partijen, gezien de in rechtsoverweging 13 gegeven motivering, duidelijk moet zijn geweest dat het in het dictum vermelde bedrag € 492 had moeten zijn en dat daarmee sprake was van een voor iedereen aanstonds kenbare misslag in de uitspraak. Door tijdsverloop wijzigt niet het karakter van een misslag. Juist als herstel van een onmiddellijke kennelijke misslag niet meer mogelijk is door het instellen van beroep in cassatie, biedt een hersteluitspraak de mogelijkheid een onmiddellijk kenbare misslag toch nog te herstellen.