Formele gedoogplicht ondanks dat geen beroep is gedaan op de wet
Belanghebbende bezit boven grond en water van het waterschap elektrische hoogspanningsleidingen. Daarvoor is aan belanghebbende ontheffing van de keur verleend. Als belanghebbende een beroep zou hebben gedaan op artikel 1 van de Belemmeringenwet Verordeningen, zou voor het waterschap een gedoogplicht zijn ontstaan. Dan zou op grond van de Verordening geen ruimte zijn voor precarioheffing. Naar het oordeel van het Hof bestond er geen formele gedoogplicht voor het waterschap, maar de situatie wijkt daar niet wezenlijk vanaf. Dat de Belemmeringenwet geen automatische werking heeft zoals de Telecommunicatiewet, waarbij de formele gedoogplicht uit de wet voortvloeit, doet niet af aan het feit dat de formele gedoogplicht wel tot stand zou zijn gekomen indien daarop een beroep was gedaan. Voor de heffing van de precariobelasting kan geen onderscheid worden gemaakt ten opzichte van de formele gedoogplicht. De aanslag wordt vernietigd.
Terug naar kennisbankDATUM:
15 september 2000
ECLI:
niet gepubliceerd
ZAAKNUMMER:
753/98
INSTANTIE:
Gerechtshof Leeuwarden