Belanghebbende mocht niet vertrouwen op uitlatingen medewerker stadsdeel

Belanghebbende heeft in 2014 een aanvraag ingediend voor een omgevingsvergunning voor het aanbrengen van geschilderde gevelbelettering aan een rijksmonument. Belanghebbende heeft de aanvraag op het gemeentehuis ingevuld samen een baliemedewerker die aan belanghebbende meedeelde dat de leges een percentage van de bouwsom (circa € 100) zou bedragen. De heffingsambtenaar heeft een aanslag leges opgelegd van € 450. In geschil is met name of belanghebbende mocht vertrouwen op uitlatingen van een medewerker van het Stadsdeel en of hij in de gelegenheid had moeten worden gesteld de aanvraag in te trekken.
Het hof oordeelt allereerst dat (de tarieventabel bij) de Verordening voldoende inzicht verschaft in het te heffen legesbedrag en de heffingsambtenaar daarom niet verplicht is de aanvrager een zogenoemde meerdaagse bedenktijd te verlenen. Daarnaast slaagt het beroep op het vertrouwensbeginsel niet, omdat belanghebbende niet aannemelijk heeft gemaakt dat door een daartoe bevoegde medewerker namens de heffingsambtenaar een bewuste standpuntbepaling is ingenomen omtrent het tarief of dat deze medewerker de schijn van bevoegdheid heeft gewekt. Bovendien is niet aannemelijk geworden dat belanghebbende, afgaande op de onjuiste inlichtingen van de baliemedewerkster, een handeling heeft verricht of nagelaten ten gevolge waarvan zij niet alleen de verschuldigde belasting heeft te betalen, maar daarenboven schade heeft geleden. Het beroep is ongegrond.