Legessanctie wordt pas toegepast 10 jaar na onherroepelijk worden bestemmingsplan

Belanghebbende vraagt een omgevingsvergunning aan voor de bouw van een woning. Het bestemmingsplan is door de raad van de gemeente Zevenaar vastgesteld op 1 november 2006. Op 24 april 2007 keurt GS het bestemmingsplan goed. Het goedkeuringsbesluit treedt op 6 juli 2007 in werking.
De rechtbank overweegt dat art. 9.1.4 Invoeringswet Wro een regeling geeft voor de vervanging van bestemmingsplannen die voor 1 juli 2008 tot stand zijn gekomen. Als een bestemmingsplan minder dan 5 jaar voor 1 juli 2008 onherroepelijk is geworden, moet op grond van het vierde lid van dit artikel binnen 10 jaar na de datum van het onherroepelijk worden van dat plan een nieuw bestemmingsplan worden vastgesteld overeenkomstig art. 3.1 lid 1 Wro, of een beheersverordening worden vastgesteld. Art. 3.1 lid 4 Wro wordt in dit geval dus pas toegepast 10 jaar na de datum van onherroepelijk worden van het bestemmingsplan. Het onherroepelijk worden was onder de oude Wet op de Ruimtelijke Ordening afhankelijk van de goedkeuring van GS. Die goedkeuring was op 6 juli 2007 definitief en dat betekent dat het bestemmingsplan pas op 6 juli 2007 onherroepelijk is geworden. Niet eerder dan op 6 juli 2017 kan de legessanctie dus van toepassing zijn geworden. Hoewel de precieze datum waarop de aanvraag van de omgevingsvergunning van belanghebbende in behandeling is genomen niet kan worden vastgesteld, is wel duidelijk dat dit vóór de datum was waarop de vergunning werd verleend. Op dat moment was de tienjaarstermijn van het bestemmingsplan niet verstreken. Dit betekent dat op basis van het overgangsrecht de leges terecht aan belanghebbende in rekening zijn gebracht. Dat ten tijde van de aanvraag meer dan 10 jaren waren verstreken sinds de vaststelling van het bestemmingsplan is in deze situatie dus niet van belang. Belanghebbende voert aan dat hij is afgegaan op informatie die hij heeft verkregen via de website van de gemeente en dat hij bij wetenschap over het voorgaande de aanvraag zou hebben uitgesteld tot na 6 juli 2017. Dit kan hem niet baten, omdat feitelijk de aanvraag dateert van voor die datum en toen in behandeling is genomen. Overigens verklaart de heffingsambtenaar dat het bestemmingsplan tijdig is vervangen door een beheersverordering.