Heffingsambtenaar maakt indexering koopprijs niet aannemelijk

Belanghebbende stelt dat de WOZ-waarde voor zijn woning op € 285.000 dient te worden vastgesteld, omdat de woning op 15 maart 2012 voor dat bedrag is gekocht. De heffingsambtenaar stelt dat de koopprijs nog geïndexeerd moet worden. Uit de marktontwikkeling in de gemeente blijkt dat de prijzen van 2-onder-1-kapwoningen tussen 1 januari 2012 en 30 juni 2012 met 4,31% zijn gedaald. De heffingsambtenaar acht de vastgestelde waarde van € 293.000, 2,8% hoger dan de aankoopprijs, niet te hoog.
Naar het oordeel van het hof dient het standpunt van belanghebbende, dat bij een verkoop binnen 3 maanden na de peildatum er geen plaats is voor een indexering van die koopprijs naar de peildatum, in zijn algemeenheid te worden verworpen. Het hof is echter van oordeel dat de verwijzing naar de marktontwikkeling in de gemeente in de periode 1 januari - 30 juni niets zegt over de marktontwikkeling tussen 1 januari en 15 maart. De heffingsambtenaar heeft dus niet aannemelijk gemaakt, dat en in welke mate de prijzen in die periode zijn gedaald. De waarde wordt vastgesteld op de door belanghebbende betaalde koopprijs.