16 januari 2023Fiscaal advies

Toeristenbelasting, oud en (vooral) nieuw

Edwin Borghols

Fiscaal adviseur lokale belastingen

De jaarwisseling hebben wij gevierd in het zuiden en in dat kader heb ik een bijdrage mogen leveren aan de toeristische begroting van de mooie stad Maastricht. Althans, de betaling heb ik gedaan aan een Bed and Breakfast die het op zijn beurt (hopelijk) weer zal afdragen aan de gemeente Maastricht ten behoeve van de algemene middelen. Of dat altijd gebeurt, is de vraag, want niet iedere verhurende Airbnb-locatie is bekend bij de heffingsambtenaar. Maar daar komt waarschijnlijk op de korte termijn al verandering in!

In de kerstvakantie zag ik het bericht langskomen dat de wijziging van de Europese richtlijn gegevensuitwisseling digitale platformeconomie per 1 januari 2023 is geïmplementeerd (zie 1.) . Volgens die richtlijn zullen digitale platforms waarop goederen en diensten kunnen worden verkocht (bijv. marktplaats en e-bay) en onroerende zaken kunnen worden verhuurd (Airbnb en Booking.com) informatie daarover moeten uitwisselen met de belastingautoriteiten van overheden. Daarvoor is de Wet op de internationale bijstandsverlening (WIB) bij de heffing van belastingen aangepast (zie 2.)  en ook de Algemene wet inzake rijksbelastingen (AWR) (zie 3.)  die voor het overgrote deel ook geldt voor gemeentelijke belastingen.

Op grond van deze nieuwe wettelijke regels moeten platforms als Airbnb en Booking.com hun reserverings-/boekingsgegevens over verhuur van onroerende zaken afstaan aan ‘de inspecteur’. Dat is dus ook de gemeentelijke heffingsambtenaar! Dat is zeer goed nieuws. Jarenlang hebben we moeten gissen naar de locaties waar particulieren hun kamers en huizen te huur aanboden, omdat Airbnb alleen maar een grote cirkel toont waarbinnen de locatie zich bevindt. Dus kon de toeristenbelasting over die overnachtingen vaak niet geïnd worden.

We zullen de wetswijzigingen van WIB en AWR en hun impact nog goed moeten bestuderen, want er zitten enige ongerijmdheden in die je zou kunnen doen twijfelen of de gemeentelijke heffingsambtenaar wel een partij is in de gegevensuitwisseling. Anderzijds is de AWR duidelijk over de vraag wie de informatie toekomt, de ‘inspecteur’ en dat is ook de heffingsambtenaar. En daar houden we ons maar aan vast. Het ziet er dus naar uit dat gemeenten eindelijk een goede informatiestroom kunnen gaan ontvangen waar de toeristenbelasting op kan worden gebaseerd. Die gegevensuitwisseling moet plaatsvinden vóór 31 januari van een jaar over transacties in het voorafgaande jaar.

Overigens zijn er uit doelmatigheidsoverwegingen wel vrijstellingen van de gegevenslevering vastgesteld. Vrijstelling geldt voor verhuurders van onroerende zaken die meer dan 2.000 transacties per jaar hebben via het platform (denk aan hotelketens en vakantieparken). Dit lijkt me echter geen probleem, omdat deze organisaties bij de gemeentelijke heffingsambtenaar wel in beeld zullen zijn. Een andere vrijstelling geldt aan de onderkant, voor verhuurders die minder dan 30 transacties hebben per jaar met een opbrengst van minder dan € 2.000. De impact daarvan zal ook wel meevallen, want een overnachting in een Bed and Breakfast (die tegenwoordig vreemd genoeg ook steeds meer ‘without breakfast’ wordt aangeboden) lukt tegenwoordig toch ook bijna niet meer onder de € 75 per kamer.

Samen met de Wet toeristische verhuur van woningen (die overigens helaas niet geldt voor recreatiewoningen), die vooral de overlast en de woningmarktaspecten van de verhuur via Airbnb aanpakt, maar die ook informatie kan opleveren voor de heffing van toeristenbelasting, hebben gemeenten dan eindelijk een volwassen instrumentarium om de digitale verhuur-economie te kunnen volgen. Een mooi vooruitzicht om het nieuwe fiscale jaar mee in te luiden!

En de vooruitzichten gaan nog meer stralen als we bedenken dat de Europese Commissie afgelopen najaar maatregelen heeft genomen om de transparantie van kortetermijnverhuur te bevorderen (zie 4.). Een regeling specifiek voor dit probleem dus als aanvulling op de Europese regels die ik hiervoor heb toegelicht! Binnen twee jaar zullen er regels moeten komen voor registratie van verhuurders en maandelijkse uitwisseling van informatie van verhuurtransacties via digitale platforms. We kunnen ons erop verheugen dat de (kortetermijn)verhuurders van onroerende zaken binnen afzienbare tijd dus allemaal wel bekend kunnen zijn bij de heffingsambtenaar. Daarmee wordt de heffing eindelijk vollediger.

Ik wens de heffingsambtenaar (en de zijnen) het beste voor een robuust en stabiel fiscaal jaar. En voor u privé: goede gezondheid en veel geluk!

 

 

  1. Richtlijn 2021/514/EU tot wijziging van de Richtlijn 2011/16/EU betreffende administratieve samenwerking op het gebied van de belastingen.
  2. Wet implementatie EU-richtlijn gegevensuitwisseling digitale platformeconomie (wetsvoorstel 36.063).
  3. De in noot 4 genoemde Wet heeft artikel 53bis Algemene wet inzake rijksbelastingen toegevoegd per 1 januari jl.
  4. Zie persbericht Europese Commissie van 7 november 2022.

 

Edwin Borghols

Fiscaal adviseur lokale belastingen

Ruim 40 jaar ervaring in lokale belastingen. Gespecialiseerd in kostentoerekening, ondernemersfondsen, verblijfsbelastingen en provinciale heffingen.

Deze website maakt gebruik van cookies

De noodzakelijke cookies zijn nodig voor het functioneren van de website. De statistiek-cookies verzamelen geen persoonsgegevens en helpen ons de site te verbeteren. Overige cookies zorgen voor een optimaal werkende website inclusief embedded content. Bekijk het cookiebeleid.