Studenten zijn niet een met een gezin gelijk te stellen leefeenheid

Belanghebbende is eigenaar van een eengezinswoning die verhuurd wordt aan 5 studenten. Iedere huurder beschikt over een afzonderlijke (slaap)kamer. Deze kamers zijn niet door middel van een slot, haak of schuif afsluitbaar. Daarnaast is er een gemeenschappelijke woonkamer, keuken, badkamer en toilet, welke ruimten door de huurders gezamenlijk worden gebruikt. De afzonderlijke kamers beschikken niet over (een van) deze voorzieningen. De heffingsambtenaar van het hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard heeft voor het brengen van stoffen op een riolering of op een zuiveringstechnisch werk in beheer bij het waterschap een voorlopige aanslag zuiveringsheffing voor een bedrijfsruimte opgelegd. Na bezwaar is de aanslag gehandhaafd. De Rechtbank ‘s-Gravenhage heeft het beroep ongegrond verklaard.
In hoger beroep is in geschil of de huurders een met een gezin gelijk te stellen leefeenheid vormen.
Het hof overweegt dat een met een gezin gelijk te stellen leefeenheid aanwezig is indien personen, die naar het spraakgebruik geen gezin vormen, gezamenlijk een huishouding voeren die de voor een gezin kenmerkende eigenschappen heeft. In dit geval is een zodanige leefeenheid niet aanwezig, omdat de voor een gezin kenmerkende duurzaamheid in de personele samenstelling ontbreekt. Aan dit oordeel doet niet af dat de afdeling Toezicht Gebouwen van de gemeente Rotterdam de bewoners van het verenigingshuis heeft aangemerkt als woongroep.
Het hof verklaart het hoger beroep ongegrond.
 

Terug naar kennisbank

Deze website maakt gebruik van cookies

De noodzakelijke cookies zijn nodig voor het functioneren van de website. De statistiek-cookies verzamelen geen persoonsgegevens en helpen ons de site te verbeteren. Overige cookies zorgen voor een optimaal werkende website inclusief embedded content. Bekijk het cookiebeleid.