Huishoudelijke afvalstoffen recreatiewoning en beroep op vertrouwensbeginsel
Vaststaat dat belanghebbende gebruik heeft gemaakt van een perceel (een recreatiewoning gelegen op een bungalowpark waar niet permanent gewoond mag worden) in de gemeente Winterswijk. In 2003 zijn op belanghebbendes verzoek door of namens de gemeente de containers opgehaald, waarna geen reinigingheffing meer is betaald. De heffingen over 2001, 2002 en 2003 zijn aan belanghebbende terugbetaald. Vanaf 2007 int de gemeente Winterswijk de reinigingheffing zelf (i.p.v. energiebedrijf Vitens) en zijn de recreatiewoningen in de heffing betrokken. Vaststaat dat belanghebbende geen huishoudelijk afval aanbiedt. Zij bezit voor het GTF-afval een composthoop. Kranten, flessen en plastic gaan in de recyclingbakken en ander afval neemt zij mee naar huis.
De rechtbank overweegt dat het aannemelijk is dat in de recreatiewoning geregeld huishoudelijke afvalstoffen kunnen ontstaan. Dan bestaat voor de gemeente de verplichting tot het inzamelen van de afvalstoffen. Daarbij is niet van belang of daadwerkelijk (geregeld) huishoudelijke afvalstoffen ontstaan. Er kan niet gezegd worden dat de gemeente niet voldoet aan haar inzamelverplichting, omdat belanghebbende de incidenteel ontstane afvalstoffen zelf afvoert. Derhalve is belanghebbende voor 2007 in beginsel belastingplichtig voor de reinigingheffing.
Nu aan belanghebbende jarenlang geen reinigingheffing is opgelegd, heeft de gemeente de indruk kunnen wekken dat deze gedragslijn berustte op een weloverwogen standpuntbepaling. Niet gebleken is dat belanghebbende op kenbare wijze is aangezegd dat zij vanaf 2007 betrokken zal worden in de reinigingheffing. Toezending van 2 stickers in 2006 voor containergebruik is daartoe onvoldoende.
De rechtbank verklaart het beroep gegrond.
DATUM:
12 november 2008
ECLI:
ECLI:NL:RBZUT:2008:BG4386
ZAAKNUMMER:
07/1891 Reinr
INSTANTIE:
Rechtbank Zutphen