Parkeren op tot de openbare weg behorende eigen grond is belast
Belanghebbendes auto stond geparkeerd op de openbare weg, maar op een stuk grond waarvan belanghebbende de eigenaar is. Deze plaats is door B&W aangewezen als plaats waar tegen betaling van parkeerbelasting mag worden geparkeerd. De heffingsambtenaar van de gemeente Enschede heeft een naheffingsaanslag opgelegd. De Rechtbank Almelo heeft het beroep ongegrond verklaard. In zijn arrest van 19 september 2008 (nr. 42 164, LJN BF 1212, BNB 2009/2) heeft de Hoge Raad geoordeeld dat de bepalingen in de Gemeentewet over de parkeerbelasting en de op grond daarvan vastgestelde verordeningen geen inbreuk (kunnen) maken op het meest omvattende recht van de eigenaar op een zaak. Dit meest omvattende recht leidt tot een verzetmogelijkheid en niet een toestemmingsvereiste. Ingevolge artikel 16 van de Wegenwet heeft de gemeente te zorgen dat de binnen haar gebied liggende wegen in goede staat verkeren. Belanghebbende heeft ter zitting verklaard dat de openbare weg, waarvan de parkeerplaatsen op het stuk grond dat hij in eigendom heeft deel uitmaakt, door de gemeente wordt onderhouden. Gelet hierop is het hof van oordeel dat de gemeente over dit weggedeelte een beheer heeft, waaruit de bevoegdheid tot parkeerheffing voortvloeit.
Het hof verklaart het hoger beroep ongegrond.
DATUM:
03 mei 2011
ECLI:
ECLI:NL:GHARN:2011:BQ5226
ZAAKNUMMER:
10/00464
INSTANTIE:
Gerechtshof Arnhem