Tegen het aanwijzingsbesluit gebied betaald parkeren staat het rechtsmiddel van bezwaar niet open

Bij besluit heeft B&W van Den Haag het onderhavige gebied aangewezen als gebied waar tegen betaling van parkeerbelasting geparkeerd mag worden. Het door belanghebbende tegen dit aanwijzingsbesluit gemaakte bezwaar is door B&W niet-ontvankelijk verklaard. Belanghebbende is in hoger beroep gekomen bij de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. De afdeling heeft zich onbevoegd verklaard en het hoger beroepschrift van belanghebbende aan het hof doorgezonden. In geschil is of B&W belanghebbende terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard in zijn bezwaar tegen het aanwijzingsbesluit.
Het hof overweegt dat het in geding zijnde aanwijzingsbesluit een naar buiten werkende, voor de daarbij betrokkenen bindende algemene regel is, die is uitgevaardigd door het openbaar gezag. Van belang is of aan belanghebbende het recht toekomt tegen het aanwijzingsbesluit beroep in te stellen. Artikel 8:2 Awb bepaalt dat geen beroep kan worden ingesteld tegen een besluit, inhoudende een algemeen verbindend voorschrift. Dit brengt mee dat in het onderhavige geval het rechtsmiddel van bezwaar niet openstond. Voor zover belanghebbende stelt dat het aanwijzingsbesluit is aan te merken als een aan de buurtbewoners van het aangewezen gebied opgelegde aanslag in de parkeerbelastingen, kan het hof hem daarin niet volgen. Het aanwijzingsbesluit strekt immers niet tot vaststelling van een belastingschuld. Het hof verklaart het hoger beroep ongegrond.
 

Terug naar kennisbank

Deze website maakt gebruik van cookies

De noodzakelijke cookies zijn nodig voor het functioneren van de website. De statistiek-cookies verzamelen geen persoonsgegevens en helpen ons de site te verbeteren. Overige cookies zorgen voor een optimaal werkende website inclusief embedded content. Bekijk het cookiebeleid.