Beperking vrijstelling voor natuurterreinen tot bepaalde rechtspersonen is geen verboden discriminatie

Belanghebbende, een natuurlijk persoon, is eigenaar en beheerder van een natuurterrein. Belanghebbende houdt zich niet beroepsmatig met natuurbeheer bezig. De heffingsambtenaar van de gemeente Heerenveen heeft het bezwaar tegen de aanslag ozb-gebruik ongegrond verklaard. De Rechtbank Leeuwarden heeft het beroep ongegrond verklaard. Hof Leeuwarden heeft de uitspraak van de rechtbank bevestigd. Belanghebbende heeft beroep in cassatie ingesteld. Op grond van artikel 2, lid 1, letter c, van de Uitvoeringsregeling uitgezonderde objecten Wet WOZ wordt de waarde van een natuurterrein buiten beschouwing gelaten indien het gaat om een terrein dat beheerd wordt door een rechtspersoon met volledige rechtsbevoegdheid die zich uitsluitend of nagenoeg uitsluitend het behoud van natuurschoon ten doel stelt. Voor het hof heeft belanghebbende zich onder meer op het standpunt gesteld dat deze regeling leidt tot discriminatie van natuurlijke personen.
De Hoge Raad is van oordeel dat het hof het standpunt van belanghebbende terecht heeft verworpen. Gelet op de wetsgeschiedenis is in deze regeling een beperking opgenomen tot de omschreven rechtspersonen, omdat daarin een extra waarborg ligt dat de vrijstelling beperkt blijft tot echte natuurterreinen. Door de beperking op die grond aan te brengen heeft de besluitgever de hem toekomende ruime beoordelingsmarge niet overschreden. Van discriminatie is daarom geen sprake. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond.
 

Terug naar kennisbank

Deze website maakt gebruik van cookies

De noodzakelijke cookies zijn nodig voor het functioneren van de website. De statistiek-cookies verzamelen geen persoonsgegevens en helpen ons de site te verbeteren. Overige cookies zorgen voor een optimaal werkende website inclusief embedded content. Bekijk het cookiebeleid.