Vrijstelling aan de voet

De gemeente Leiden hief in 1994 zowel een rioolaansluitrecht als een rioolafvoerrecht. Het tarief voor het afvoerrecht was voor 1994 een tarief vastgesteld voor elke m³ boven de 500 m³.
De Hoge Raad overweegt dat bij de heffing van een rioolafvoerrecht een heffingssystematiek die meebrengt dat slechts wordt geheven indien en voor zover de hoeveelheid afgevoerd afvalwater een bepaalde grens overschrijdt, niet reeds op zichzelf in strijd is met het gelijkheidsbeginsel, ook al zou die systematiek tot gevolg hebben dat slechts een gering percentage van de belastingplichtigen daadwerkelijk in de heffing wordt betrokken en dat in feite niet wordt geheven over een aanmerkelijk deel van de totale hoeveelheid afvalwater die op het riool wordt geloosd. In die systematiek wordt immers de vrijstelling aan de voet zonder onderscheid verleend aan alle belastingplichtigen. Ook in dit geval is de Hoge Raad van mening dat bij deze systematiek het evenredigheidsbeginsel niet geschonden is.
 

Terug naar kennisbank

Deze website maakt gebruik van cookies

De noodzakelijke cookies zijn nodig voor het functioneren van de website. De statistiek-cookies verzamelen geen persoonsgegevens en helpen ons de site te verbeteren. Overige cookies zorgen voor een optimaal werkende website inclusief embedded content. Bekijk het cookiebeleid.