De geraamde baten gaan in betekenende mate uit boven de geraamde lasten

De heffingsambtenaar van de gemeente Zaanstad heeft aan belanghebbende een aanslag liggeld woonschepen opgelegd. Na bezwaar is de aanslag gehandhaafd.
De Rechtbank Haarlem heeft het beroep gegrond verklaard en de aanslag vernietigd.
In hoger beroep is in geschil het antwoord op de vraag of het door de gemeenteraad vastgestelde tarief voor het liggeld voor woonschepen in strijd is met artikel 229b van de Gemeentewet. Voor de beoordeling van de vraag of de geraamde baten niet uitgaan boven de geraamde lasten, moet worden aangesloten bij de ramingen op basis waarvan de gemeenteraad het tarief heeft vastgesteld.
Naar het oordeel van het hof heeft de heffingsambtenaar geen dan wel onvoldoende inzicht gegeven in deze ramingen. Aannemelijk is slechts dat aan de geraamde baten en geraamde lasten de gegevens van de ‘Begroting 2006 kosten en opbrengsten Nautisch beheer’ ten grondslag hebben gelegen. Het hof leidt hieruit af dat is uitgegaan van geraamde lasten ter grootte van € 19.433 en geraamde opbrengsten van het liggeld woonschepen van € 22.600. Vervolgens dient de vraag te worden beantwoord of de lastenraming in betekenende mate uitgaat boven de geraamde lasten. In het onderhavige geval overschrijden de geraamde baten de geraamde lasten met ruim 15%, zodat naar het oordeel van het hof geen sprake is van een verhoudingsgewijze geringe overschrijding. De uitspraak van de rechtbank, waarin is uitgegaan van gehele onverbindendverklaring dient daarom in stand te blijven.
Het hof verklaart het hoger beroep ongegrond.
 

Terug naar kennisbank

Deze website maakt gebruik van cookies

De noodzakelijke cookies zijn nodig voor het functioneren van de website. De statistiek-cookies verzamelen geen persoonsgegevens en helpen ons de site te verbeteren. Overige cookies zorgen voor een optimaal werkende website inclusief embedded content. Bekijk het cookiebeleid.