Bekostigingsbesluiten voldoen aan de vereisten

De heffingsambtenaar van de gemeente Venlo heeft aan belanghebbende een aanslag baatbelasting 1998 opgelegd. Het bezwaar hiertegen is ongegrond verklaard.
Belanghebbende heeft zich, onder verwijzing naar het arrest van de Hoge Raad van 29 juni 2007 (LJN: AZ0391) op het standpunt gesteld dat het bekostigingsbesluit niet voldoet aan de wettelijke vereisten.
De rechtbank overweegt dat, blijkens het door belanghebbende genoemde arrest, artikel 222, tweede lid, van de Gemeentewet aldus dient te worden uitgelegd dat voor elke in te voeren baatbelasting tevoren bij een bekostigingsbesluit moet zijn vastgesteld in welke mate de lasten, verbonden aan die voorzieningen waarop die baatbelasting betrekking heeft zullen worden verhaald. In dit geval blijkt uit de relevante bekostigingsbesluiten in welke mate de kosten door middel van baatbelasting zullen worden verhaald, zodat de besluiten aan de vereisten voldoen.
Vervolgens stelt belanghebbende dat de door de heffingsambtenaar ontvangen subsidies ten onrechte niet op de verhaalde kosten in mindering zijn gebracht.
De rechtbank oordeelt dat de heffingsambtenaar voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat, voor zover op de aanleg van bepaalde voorzieningen van gemeentewege een subsidie of vergoeding van overheidswege is ontvangen, deze op de te verhalen kosten in mindering is gebracht. Voor zover belanghebbende heeft aangevoerd dat ten onrechte ƒ 30.000.000 aan rentekosten in de verhaalde kosten is opgenomen, heeft de heffingsambtenaar voldoende aannemelijk gemaakt dat, voor wat betreft de rentekosten, is uitgegaan van het in de betreffende jaren geldende renteomslag-percentage, bepaald op de wijze zoals vastgelegd in de comptabiliteitsvoorschriften. De heffingsambtenaar heeft voorts voldoende aannemelijk gemaakt dat alle percelen gelegen binnen de begrenzing, zoals aangegeven op de op de bij de Verordening behorende kaart, in de heffing zijn betrokken dan wel dat er kostenverhaal heeft plaatsgevonden via een exploitatieovereenkomst of door de gehanteerde gronduitgifteprijs.
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
 

Terug naar kennisbank

Deze website maakt gebruik van cookies

De noodzakelijke cookies zijn nodig voor het functioneren van de website. De statistiek-cookies verzamelen geen persoonsgegevens en helpen ons de site te verbeteren. Overige cookies zorgen voor een optimaal werkende website inclusief embedded content. Bekijk het cookiebeleid.