Bij afwezigheid belanghebbende tijdens de zitting moet belangenafweging plaatsvinden

Na verwijzing heeft Hof Den Haag bij uitspraak van 25 november 2008 (nr. BK-07/00586) het beroep van belanghebbende ongegrond verklaard.
In cassatie voert belanghebbende aan dat zij door het hof in haar processuele positie is geschaad, omdat deze de zaak heeft behandeld hoewel zij wegens een file niet tijdig op de zitting aanwezig kon zijn.
De Hoge Raad overweegt dat uit de uitspraak en het proces-verbaal van de zitting blijkt dat belanghebbende, vóór de aanvang van het onderzoek ter zitting, het hof telefonisch heeft bericht dat zij wegens fileproblemen niet op het voor het onderzoek in de zaak voorziene uur ter zitting zou kunnen verschijnen en later zou komen. Belanghebbende is na sluiting van het onderzoek ter zitting in het Paleis van Justitie aangekomen. Gelet op de inhoud van de telefonische mededeling had het hof volgens de Hoge Raad ervan moeten uitgaan dat belanghebbende bij het onderzoek in de zaak aanwezig wilde zijn en vervolgens een afweging moeten maken van het belang van belanghebbende persoonlijk bij het onderzoek aanwezig te zijn en de redenen waarom zij verlaat was, tegenover het algemeen belang van een doelmatige procesgang (HR 24 april 2009, nr. 43 548, LJN BI1977). Aangezien uit de uitspraak van het hof van deze belangenafweging niet blijkt, is de daarop gerichte klacht in zoverre gegrond. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie gegrond.
 

Terug naar kennisbank

Deze website maakt gebruik van cookies

De noodzakelijke cookies zijn nodig voor het functioneren van de website. De statistiek-cookies verzamelen geen persoonsgegevens en helpen ons de site te verbeteren. Overige cookies zorgen voor een optimaal werkende website inclusief embedded content. Bekijk het cookiebeleid.