Gegevensverstrekking en zorgvuldigheidsbeginsel

Belanghebbende verzoekt, naast de hem reeds verstrekte waardegegevens van de vergelijkingspanden (3 waardegegevens van vergelijkbare woningen uit de directe omgeving, drie waardegegevens van andere categorieën woningen en drie waardegegevens van woningen op andere locaties) om meer waardegegevens. De gemeente wijst dit verzoek af, omdat het geen door belanghebbende geselecteerde woningen bevatte. De Hoge Raad oordeelt in cassatie dat artikel 40 Wet WOZ er toe strekt dat de belastingplichtige bepaalde waardegegevens kan verkrijgen, waarover hij wenst te beschikken om te kunnen controleren of sprake is van een juiste waardevaststelling van zijn onroerende zaak. Het verzoek moet dus betrekking hebben op bepaalde, door de belanghebbende aangewezen onroerende zaken. Dit is ook opgenomen `instructie gerechtvaardigd belang' van de Waarderingskamer, welke spreekt over `door de verzoeker geselecteerde woningen'. De Hoge Raad merkt wel op dat de gemeente, voor het verzoek af te wijzen omdat het niet gespecificeerd is, op grond van het zorgvuldigheidsbeginsel de belanghebbende in de gelegenheid dient te stellen het verzoek binnen een daartoe door hem gestelde termijn te specificeren.  

Terug naar kennisbank

Deze website maakt gebruik van cookies

De noodzakelijke cookies zijn nodig voor het functioneren van de website. De statistiek-cookies verzamelen geen persoonsgegevens en helpen ons de site te verbeteren. Overige cookies zorgen voor een optimaal werkende website inclusief embedded content. Bekijk het cookiebeleid.