Discriminatie van 2-persoonshuishoudens door forfait van 3 vervuilingseenheden
X stelt dat een forfait van 3 v.e. voor alle meerpersoonshuishoudens een niet te rechtvaardigen discriminatie inhoudt. De A-G overweegt dat alleen éénpersoonshuishoudens correct forfaitair worden aangeslagen, driepersoonshuishoudens worden bijna correct aangeslagen, tweepersoonshuishoudens worden altijd zeer significant benadeeld en vier-en-meerpersoonshuishoudens worden bevoordeeld. In het licht van het doel van de zuiveringsheffing dat de vervuiler betaalt, discrimineert het ‘forfait’ tweepersoonshuishoudens dus vergaand en privilegieert het vier- en meerpersoonshuishoudens. Heffing uitsluitend naar 1 of 3 v.e. is geen benadering van de werkelijke huishoudenssamenstellingen en daarmee evenmin van de werkelijke vervuiling. Volgens de A-G is het oordeel van het hof dat (thans nog steeds) een objectieve en redelijke doelmatigheids-rechtvaardiging bestaat om voorbij te gaan aan de automatisch aangeleverde BRP-gegevens, onjuist. Het gaat om een formele wet en om relatief kleine bedragen. De rechter kan daarom volstaan met het oordeel dat de door de wetgever aangevoerde rechtvaardiging voor de discriminatie van tweepersoonshuishoudens die discriminatie niet (meer) kan rechtvaardigen en dat de wetgever daar iets aan moet doen.
Terug naar kennisbankDATUM:
15 november 2024
ECLI:
ECLI:NL:PHR:2024:1235
ZAAKNUMMER:
24/01095
INSTANTIE:
Conclusie A-G Wattel