Wegingsfactor 1 omdat waarde, schending van de toezendplicht en redelijke termijn in geschil waren

In geschil is uitsluitend of de rechtbank terecht een wegingsfactor van 0,5 heeft gehanteerd. In bezwaar heeft X op grond van de toezendplicht van art. 40 lid 2 Wet WOZ verzocht om de onderbouwing van de indexering. In beroep heeft X opnieuw verzocht om die onderbouwing. De rechtbank heeft het beroep alleen gegrond verklaard met betrekking tot de waardebepaling. Daarnaast heeft zij een vergoeding van immateriële schade toegekend. Aangezien in beroep naast de waardebepaling ook de schending van de toezendplicht in bezwaar en de overschrijding van de redelijke termijn in geschil waren, oordeelt het hof dat wegingsfactor 1 van toepassing is.  

Terug naar kennisbank

Deze website maakt gebruik van cookies

De noodzakelijke cookies zijn nodig voor het functioneren van de website. De statistiek-cookies verzamelen geen persoonsgegevens en helpen ons de site te verbeteren. Overige cookies zorgen voor een optimaal werkende website inclusief embedded content. Bekijk het cookiebeleid.