Bij het laatst verleende uitstel tot herstel van verzuimen dient op niet-ontvankelijkverklaring te worden gewezen

Bij het laatstelijk verlenen van uitstel tot herstel van verzuimen heeft de inspecteur niet vermeld dat hij bij niet tijdig herstel zou overgaan tot niet-ontvankelijkverklaring.
Aan belanghebbende is een naheffingsaanslag omzetbelasting en een boete opgelegd. Belanghebbende heeft bezwaar gemaakt en daarbij niet de gronden van de bezwaren vermeld. De Inspecteur heeft belanghebbende bij brief in de gelegenheid gesteld het bezwaarschrift van gronden te voorzien. Daarbij heeft hij gewezen op de mogelijkheid dat het bezwaar niet-ontvankelijk wordt verklaard indien de motivering van het bezwaar niet vóór de in die brief vermelde datum zou zijn ontvangen. Hierna zijn nog twee brieven verzonden waarin de Inspecteur belanghebbende in de gelegenheid gesteld heeft de bezwaarschriften te motiveren. In die brieven is niet opnieuw gewezen op de mogelijkheid dat de bezwaren niet-ontvankelijk worden verklaard.
De Inspecteur heeft de bezwaren niet-ontvankelijk verklaard. De Rechtbank Breda heeft het beroep ongegrond verklaard. Het Gerechtshof 's-Hertogenbosch heeft de uitspraak van de rechtbank bevestigd.
Het middel betoogt dat het bepaalde in paragraaf 4 van het Besluit fiscaal bestuursrecht aan de niet-ontvankelijkverklaring van het bezwaar in de weg staat. Onderdeel 4 van het Besluit strekt ertoe de inspecteur te verplichten de indiener van een bezwaarschrift opmerkzaam te maken op het feit dat wanneer het verzuim (wederom) niet wordt hersteld, het bezwaar op grond van artikel 6:6 van de Awb niet-ontvankelijk zal worden verklaard. Aan deze beleidsregel kunnen belastingplichtigen het vertrouwen ontlenen dat wanneer een inspecteur vorenbedoelde mededeling niet doet, de inspecteur ingeval het verzuim niet binnen de gestelde termijn is hersteld, niet zonder meer tot niet-ontvankelijkverklaring van het bezwaar zal overgaan. Het hof is van een onjuiste rechtsopvatting uitgegaan. De uitspraak van het hof kan niet in stand blijven. Vast staat dat de Inspecteur heeft nagelaten om belanghebbende bij het laatstelijk verlenen van uitstel tot herstel van verzuimen te wijzen op de omstandigheid dat hij bij niet tijdig herstel zou overgaan tot niet-ontvankelijkverklaring van de bezwaren. De Inspecteur heeft de bezwaren ten onrechte niet-ontvankelijk verklaard.
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie gegrond en draagt de Inspecteur op om opnieuw uitspraak te doen op de bezwaarschriften.
 

Terug naar kennisbank

Deze website maakt gebruik van cookies

De noodzakelijke cookies zijn nodig voor het functioneren van de website. De statistiek-cookies verzamelen geen persoonsgegevens en helpen ons de site te verbeteren. Overige cookies zorgen voor een optimaal werkende website inclusief embedded content. Bekijk het cookiebeleid.