Heffing vindt plaats van de feitelijk gebruiker

X is eigenaar van een bedrijfsverzamelgebouw in de gemeente Berkelland dat deels wordt verhuurd aan een yogastudio en een praktijk voor osteopathie. Beide huurders hadden borden aangebracht die zichtbaar waren vanaf de openbare weg. Ingevolge de verordening wordt een onroerende zaak afgebakend overeenkomstig art. 16 Wet WOZ, en wordt geheven van de gebruiker van de onroerende zaak. Volgens de heffingsambtenaar is sprake van onzelfstandige delen, en moet daarom de eigenaar worden aangeslagen. Het hof leidt uit de toelichting bij de invoering van de reclamebelasting af dat het de bedoeling is geweest met het begrip “gebruiker” in de verordening ondernemers of bedrijven aan te duiden. Die uitleg vindt steun in de objectieve en redelijke rechtvaardiging die voor de heffing moet bestaan, nu de reclamebelasting slechts verschuldigd kan zijn in een beperkt deel van het grondgebied van de gemeente. Daarmee strookt het de feitelijk gebruiker als gebruiker aan te merken. De aanslag wordt vernietigd.  

Terug naar kennisbank

Deze website maakt gebruik van cookies

De noodzakelijke cookies zijn nodig voor het functioneren van de website. De statistiek-cookies verzamelen geen persoonsgegevens en helpen ons de site te verbeteren. Overige cookies zorgen voor een optimaal werkende website inclusief embedded content. Bekijk het cookiebeleid.