Units zijn terecht aangemerkt als afzonderlijke percelen

X is eigenaar van 2 units binnen een complex van 177 opslag- en werkruimtes met elk een eigen huisnummer. In het complex bevindt zich een gezamenlijke toiletruimte. X stelt dat de units geen afzonderlijke gedeelten zijn omdat het complex als één bedrijfsverzamelgebouw functioneert. De verordening bevat geen bepaling op grond waarvan afzonderlijke zaken (in de civielrechtelijke betekenis ervan) tezamen als één eigendom mogen worden aangemerkt. Wel bevat de verordening een samenstelbepaling voor zelfstandige gedeelten van een perceel/zaak. Aan die bepaling komt de rechtbank pas toe indien de units geen afzonderlijke zaken zijn, maar (zelfstandige) gedeelten van één zaak. Op elke unit zijn afzonderlijke appartementsrechten gevestigd en de units zijn daardoor afzonderlijk over te dragen. De units zijn dus zelfstandige zaken. De units zijn terecht aangemerkt als afzonderlijke percelen. Dat het vestigen van appartementsrechten een financieringsconstructie is geweest met als doel dat kleine beleggers de units kunnen kopen, maakt dat niet anders. Dat de units geen zelfstandige aansluiting hebben op het riool staat niet in de weg aan de heffing. De units hebben wel een indirecte aansluiting voor het hemelwater en ook wordt afvalwater afgevoerd via de gezamenlijke toiletunit. 

Terug naar kennisbank

Deze website maakt gebruik van cookies

De noodzakelijke cookies zijn nodig voor het functioneren van de website. De statistiek-cookies verzamelen geen persoonsgegevens en helpen ons de site te verbeteren. Overige cookies zorgen voor een optimaal werkende website inclusief embedded content. Bekijk het cookiebeleid.