Conclusie A-G, Beverwijkse Bazaar is geen vermakelijkheid

X exploiteert als verhuurder en beheerder de Beverwijkse Bazaar, een warenmarkt in Beverwijk, bestaande uit een samenstel van hallen, waaronder een marktkantoor, en omliggende infrastructuur, zoals wegen en parkeerplaatsen. Volgens het hof kwalificeert De Bazaar niet als vermakelijkheid. Dit is niet anders indien ook de door haar huurders georganiseerde activiteiten (zoals ponyrijden, trampolinespringen en kermisattracties) aan De Bazaar worden toegerekend. Deze met name op kinderen gerichte activiteiten zijn, gerelateerd aan de totale omvang van De Bazaar en het aantal bezoekers (1.339.987), dusdanig beperkt in omvang dat zij De Bazaar als geheel niet als een vermakelijkheid doen kwalificeren (nieuwsservice 2020, week 45). De economische activiteit van X is de exploitatie van haar vastgoed door middel van verhuur aan derden van winkel- en horecaruimten. Als haar huurders zelf initiatieven ontplooien tot de organisatie van bepaalde vermakelijkheden, ziet de A-G niet in waarom die initiatieven zonder meer zouden moeten worden toegerekend aan X. Het enkel bieden van gelegenheid om te winkelen en voedsel te nuttigen, kwalificeert op zichzelf niet als het geven van vermakelijkheden. Ook niet indien honderden ondernemers hun activiteiten (het verkopen van waren en voedsel) uitoefenen in bij elkaar gelegen bedrijfsruimten en hallen, en daardoor een aantrekkelijker klimaat voor winkelen en het nuttigen van voedsel wordt gecreëerd. 

Terug naar kennisbank

Deze website maakt gebruik van cookies

De noodzakelijke cookies zijn nodig voor het functioneren van de website. De statistiek-cookies verzamelen geen persoonsgegevens en helpen ons de site te verbeteren. Overige cookies zorgen voor een optimaal werkende website inclusief embedded content. Bekijk het cookiebeleid.