Onduidelijk of X wilde afwijken van de tweewekentermijn voor de ingebrekestelling

X heeft in zijn ingebrekestelling aangegeven de heffingsambtenaar binnen een redelijke termijn, binnen vijftien dagen, de gelegenheid te geven alsnog een besluit te nemen. De heffingsambtenaar heeft op de vijftiende dag beslist. De rechtbank acht het mogelijk dat een belanghebbende een bestuursorgaan (materieel) een langere termijn dan twee weken gunt. Het moet dan wel voldoende duidelijk zijn dát de belanghebbende heeft willen afwijken van de wettelijke tweewekentermijn. Dat is hier volgens de rechtbank niet het geval. Uit de enkele vermelding ‘binnen vijftien dagen’ mocht de heffingsambtenaar niet afleiden dat X heeft willen afwijken van de tweewekentermijn. Het gaat slechts om een afwijking van een dag. De heffingsambtenaar had moeten beseffen dat het mogelijk was dat de formulering onzuiver was en X niet wilde afwijken van de tweewekentermijn.
 

Terug naar kennisbank

Deze website maakt gebruik van cookies

De noodzakelijke cookies zijn nodig voor het functioneren van de website. De statistiek-cookies verzamelen geen persoonsgegevens en helpen ons de site te verbeteren. Overige cookies zorgen voor een optimaal werkende website inclusief embedded content. Bekijk het cookiebeleid.