Bezwaar terecht niet-ontvankelijk, omdat belanghebbende duidelijkheid moest verschaffen over de hoedanigheid waarin zij bezwaar maakte

De heffingsambtenaar van de gemeente Delft heeft een naheffingsaanslag parkeerbelasting opgelegd aan de kentekenhouder van de auto. Belanghebbende beweert de auto te hebben geparkeerd. Naar aanleiding van een bezwaarschrift van belanghebbende tegen de naheffingsaanslag heeft de heffingsambtenaar verzocht een door de kentekenhouder gegeven machtiging over te leggen en meegedeeld dat hij voornemens was het bezwaar niet ontvankelijk te verklaren. Hierop heeft belanghebbende niet gereageerd. De heffingsambtenaar heeft het bezwaar niet-ontvankelijk verklaard wegens het ontbreken van een machtiging van de kentekenhouder.
De Hoge Raad overweegt dat de artikelen 225 lid 5 en 234 lid 7 Gemeentewet niet eraan in de weg staan dat degene die een voertuig feitelijk heeft geparkeerd, krachtens een eigen recht, in de hoedanigheid van bestuurder van het voertuig, bezwaar maakt tegen een ter zake van dat parkeren opgelegde naheffingsaanslag (vgl. Hoge Raad 14 juli 2000, ECLI:NL:HR:2000:AA6508). De Hoge Raad oordeelt dat de feiten geen andere gevolgtrekking toelaten dan dat in bezwaar niet is gesteld dat belanghebbende als bestuurder het voertuig heeft geparkeerd. Hoewel belanghebbende opkwam tegen een niet op haar naam, maar op naam van de kentekenhouder gestelde naheffingsaanslag, heeft zij die stelling ook niet betrokken toen voor haar uit de brief van de heffingsambtenaar kenbaar kon zijn dat deze geen aanknopingspunt zag om van haar bevoegdheid tot bezwaar maken uit te gaan. In een geval waarin de naheffingsaanslag is opgelegd aan de kentekenhouder, een ander daartegen bezwaar maakt en die ander stelt dat hij als bestuurder het voertuig heeft geparkeerd, zal de heffingsambtenaar in het algemeen moeten uitgaan van de juistheid van die stelling. De heffingsambtenaar is echter niet gehouden aan te nemen dat bezwaar wordt gemaakt in de hoedanigheid van bestuurder die het voertuig heeft geparkeerd in een geval waarin hij daarvoor geen aanknopingspunt heeft en dit niet wordt gesteld. Het lag op de weg van belanghebbende om in bezwaar duidelijkheid te verschaffen over de hoedanigheid waarin zij bezwaar maakte.
 

Terug naar kennisbank

Deze website maakt gebruik van cookies

De noodzakelijke cookies zijn nodig voor het functioneren van de website. De statistiek-cookies verzamelen geen persoonsgegevens en helpen ons de site te verbeteren. Overige cookies zorgen voor een optimaal werkende website inclusief embedded content. Bekijk het cookiebeleid.