Heffing van percelen die niet zijn aangesloten op de riolering

Belanghebbende is eigenaar van 2 in elkaars verlengde gelegen, onbebouwde, kadastrale percelen die niet zijn aangesloten op het gemeentelijk rioleringssysteem. Belanghebbende stelt dat sprake is van een onredelijke en willekeurige rioolheffing. Ieder onbebouwd perceel wordt, onafhankelijk van de grootte van het perceel, naar een vast bedrag in de heffing betrokken, waardoor, aldus belanghebbende, eigenaren van meerdere kleinere percelen in totaal voor een hoger bedrag in de heffing worden betrokken dan de eigenaar van een kadas-traal perceel van in totaal gelijke omvang.
Het hof overweegt dat de gemeenteraad van Steenwijkerland, naar volgt uit artikel 3, eerste lid, aanhef, en onderdelen a en b, van de Verordening, ervoor heeft gekozen iedere genothebben-de krachtens eigendom, bezit of beperkt recht van een perceel en iedere gebruiker van een perceel te onderwerpen aan de daar als “eigenarendeel” respectievelijk “gebruikersdeel” aangeduide belasting. De belastingplicht is dus niet beperkt tot genothebbenden krachtens eigendom, bezit of beperkt recht respectievelijk gebruikers, van percelen die zijn aangesloten op de gemeentelijke riolering of anderszins profijt hebben van de in artikel 228a, eerste lid, van de Gemeentewet en in de Verordening genoemde activiteiten. Naar het oordeel van het hof kan niet gezegd worden dat het achterwege laten van deze beperking leidt tot een onredelijke en willekeurige belastingheffing. Evenmin voert de omstandigheid dat het vaste tarief in de Verordening geen onderscheid maakt naar de grootte van het perceel tot die conclusie. Het hof wijst op de MvT bij de wijziging van de Gemeentewet (TK, vergaderjaar 2005–2006, 30 578, nr. 3, blz 22-23) alwaar de mogelijkheid om de heffing vast te stellen op een “vast bedrag per eigendom” uitdrukkelijk wordt vermeld. Gelet hierop is belanghebbende, nu vaststaat dat hij zowel genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is van een perceel in de zin van de Verordening, als ook gebruiker van zo’n perceel, naar het oordeel van het hof terecht in de heffing van het “eigenarendeel” en het “gebruikersdeel” betrokken.
 

Terug naar kennisbank

Deze website maakt gebruik van cookies

De noodzakelijke cookies zijn nodig voor het functioneren van de website. De statistiek-cookies verzamelen geen persoonsgegevens en helpen ons de site te verbeteren. Overige cookies zorgen voor een optimaal werkende website inclusief embedded content. Bekijk het cookiebeleid.