Niet de VvE, maar belanghebbende is belastingplichtig
Belanghebbende is eigenaar van een recreatiewoning. De woning is via een door de VvE beheerd rioolstelsel aangesloten op het gemeentelijke rioolstelsel. De heffingsambtenaar van de gemeente Oostflakkee heeft het bezwaar en de Rechtbank Rotterdam heeft het beroep van belanghebbende ongegrond verklaard. Volgens belanghebbende zou de VvE moeten worden aangeslagen voor de rioolheffing.
Het hof overweegt dat de belasting volgens de Verordening wordt geheven van degene die bij het begin van het belastingjaar het genot heeft krachtens eigendom, bezit of beperkt recht van een perceel dat direct of indirect is aangesloten op de gemeentelijke riolering. Niet de VvE, maar belanghebbende is degene die bij het begin van het belastingjaar dit genot heeft. Nu de recreatiewoning via het door de VvE beheerd, tot de mandeligheid behorend rioolstelsel, indirect is aangesloten op het gemeentelijk rioolstelsel heeft de heffingsambtenaar de aanslag terecht aan belanghebbende opgelegd. Het aanmerken van de VvE als belastingplichtige vindt geen steun in de Gemeentewet noch in de Verordening. Het semi-openbare plangebied van het project met alle infrastructurele voorzieningen waaronder het rioolstelsel bestaat uit particuliere eigendommen van de leden van de VvE gezamenlijk. Het is belanghebbendes eigen keuze de recreatiewoning met bijbehorende infrastructurele voorzieningen te verwerven (in de prijs waarvan de kosten van aanleg van de voorzieningen zijn verdisconteerd) en een - naar belanghebbende stelt - zeer hoge bijdrage aan de VvE te voldoen voor de onderhouds- en instandhoudingsverplichtingen. Door deze eigen keuze kan geen sprake zijn van een ongelijke behandeling ten opzichte van burgers die kiezen voor de aankoop van een recreatiewoning zonder aanverwant eigendom van een eigen rioolstelsel. Van dubbele rioolheffing is geen sprake, omdat het onder beheer van de VvE staande rioolstelsel een ander rioolstelsel is dan dat van de gemeente.
Het hof verklaart het hoger beroep ongegrond.
DATUM:
31 juli 2013
ECLI:
ECLI:NL:GHDHA:2013:3175
ZAAKNUMMER:
12/00876
INSTANTIE:
Gerechtshof Den Haag