Geen afzonderlijk tarief voor autoboxen noodzakelijk

De heffingsambtenaar van de gemeente Groningen heeft aan belanghebbende aanslagen rioolrechten eigenaar opgelegd voor 24 autoboxen. De rechtbank heeft belanghebbendes beroep ongegrond verklaard.
Het hof stelt vast dat het recht wordt geheven per eigendom, en dat op grond van de verorde-ning de autoboxen afzonderlijke eigendommen zijn. Het hof heeft partijen gelast om gezamen-lijk onderzoek te doen naar aansluiting op de riolering. Daaruit is gekomen dat een deel van de autoboxen rechtstreeks is aangesloten op de gemeentelijke riolering, en dat een deel via buizen aan de voorzijde van de autoboxen en via kolken op het verharde binnenterrein indirect zijn aangesloten op de gemeentelijke riolering. Het hof overweegt dat het tarief per eigendom van € 119,05 en het ontbreken van een apart tarief voor autoboxen slechts ter beoordeling staan voor zover sprake is van een willekeurige of onredelijke belastingheffing die de rijkswet-gever bij het toekennen van de bevoegdheid tot het heffen van rioolrechten niet op het oog kan hebben gehad. Daarvan is in dit geval geen sprake, waarbij wordt opgemerkt dat de mate waarin van de riolering gebruik wordt gemaakt voor het afvoeren van water, niet van belang is voor de hoogte van het tarief. Een gemeenteraad mag een tariefsdifferentiatie invoeren, maar het achterwege laten daarvan leidt niet reeds op die grond tot een willekeurige en onredelijke belastingheffing.
Het hof bevestigt de uitspraak van de Rechtbank.
 

Terug naar kennisbank

Deze website maakt gebruik van cookies

De noodzakelijke cookies zijn nodig voor het functioneren van de website. De statistiek-cookies verzamelen geen persoonsgegevens en helpen ons de site te verbeteren. Overige cookies zorgen voor een optimaal werkende website inclusief embedded content. Bekijk het cookiebeleid.