Vergoeding deskundigenrapport berekend in lijn met Richtlijn
Belanghebbenden hebben bezwaar tegen de WOZ-beschikking gemaakt. In hoger beroep is in geschil of de heffingsambtenaar terecht het verzoek om vergoeding van het bouwkundig rapport heeft afgewezen.
Het hof oordeelt dat wel degelijk recht bestaat op vergoeding van dit deskundigenrapport dat voorafgaand aan het maken van bezwaar en voorafgaand aan het aanvragen van de art. 26 beschikking opgemaakt is. Het hof acht aannemelijk dat dit rapport is opgemaakt met het doel de heffingsambtenaar inzichtelijk te maken dat sprake was van ernstig achterstallig onderhoud aan de woning en in welke mate dit het geval was. Het bezwaarschrift en het daarbij gevoegde deskundigenrapport hebben geleid tot de waardeverlaging bij de uitspraak op bezwaar. Anders dan de heffingsambtenaar meent, staat het een belastingplichtige vrij de onderhoudstoestand van een woning op een wijze die hem in dat specifieke geval gerade voorkomt in kaart te (laten) brengen. Belanghebbenden hebben, gelet op de onderhoudstoestand van de woning, in redelijkheid kunnen besluiten een deskundige in te schakelen om deze onderhoudstoestand zo goed mogelijk inzichtelijk te maken. Nu de door belanghebbenden overgelegde factuur geen specificatie van het totaalbedrag bevat, berekent het hof het te vergoeden bedrag in lijn met de Richtlijn van de belastingkamers van de gerechtshoven inzake vergoeding van proceskosten.
DATUM:
30 april 2019
ECLI:
ECLI:NL:GHDHA:2019:1777
ZAAKNUMMER:
BK-18/00825
INSTANTIE:
Gerechtshof Den Haag