Uitspraak buiten zitting wegens kennelijk ongegrond beroep
In een uitspraak buiten zitting heeft de rechtbank overwogen dat de gemachtigde van belanghebbende in beroep heeft volstaan met een opsomming van een aantal niet concreet uitgewerkte beroepsgronden en een algemene verwijzing naar het ingediende bezwaarschrift. De beroepsgronden zijn, kortgezegd, dat de heffingsambtenaar geen geschikt referentiepand heeft gebruikt, er onvoldoende rekening is gehouden met gebrekkige onderhoudstoestand, de naaste omgeving van de locatie in hoog tempo verpaupert c.q. verloedert en een zogenaamd ‘kapstok’-argument, hetgeen er op neerkomt dat gemeenten een aanzienlijk hogere OZB heffen dan uitdrukkelijk is afgesproken met het Rijk. Belanghebbende heeft niet uitgewerkt waarom de beroepsgronden enige relatie hebben met de gewaardeerde objecten. Omdat belanghebbende in zijn beroepsgronden ook niet is ingegaan op de weerlegging van zijn standpunten door de heffingsambtenaar in de uitspraak op bezwaar, leidt de enkele verwijzing naar het bezwaarschrift ook niet tot gegrondheid van het beroep. De beroepsgronden hebben geen betrekking op de gewaardeerde objecten en de waardebepaling is niet gemotiveerd door belanghebbende betwist. Het beroep is daarom kennelijk ongegrond.
Ten overvloede merkt de rechtbank op dat het haar ambtshalve bekend is dat deze gemachtigde in elk door hem ingediend beroepschrift deze beroepsgronden aanvoert en dat hij, ondanks dat hij er diverse malen op is gewezen dat hiermee niet concreet wordt ingegaan op waarden van de gewaardeerde objecten, toch volhardt zijn werkwijze.
DATUM:
18 april 2018
ECLI:
niet gepubliceerd
INSTANTIE:
Rechtbank Midden-Nederland