Siertuin geen bedrijfsmatig geëxploiteerde grond

Belanghebbendes perceel is een showtuin die, volgens belanghebbende, bij het aangrenzende agrarische bedrijf in gebruik is. Dit bedrijf houdt zich bezig met boomteelt. In de showtuin groeien bomen en planten die als voorbeeld dienen voor klanten die willen weten hoe een bepaalde soort zich in de tijd ontwikkelt. Ook komt het voor, zo stelt belanghebbende, dat de bomen en planten uit de showtuin worden verkocht en dus uit de tuin gehaald worden. Belanghebbende is van mening dat de cultuurgrondvrijstelling van toepassing is.
Naar het oordeel van het hof is niet aannemelijk geworden dat kan worden gesproken van uitoefening van landbouw, meer in het bijzonder van tuinbouw in de zin van artikel 312 van boek 7 van het BW. Het in stand houden van een siertuin kan op zichzelf beschouwd niet als landbouw worden gekwalificeerd, aangezien het in stand houden van een siertuin niet is gericht op de teelt en/of kweek van gewassen en bomen. Ook overigens acht het hof geen termen aanwezig voor toepassing van de vrijstelling. De heffingsambtenaar van de gemeente Haaren heeft betwist dat sprake is van bedrijfsmatig geëxploiteerde grond, hoewel hij niet heeft betwist dat er soms bomen en planten uit de siertuin worden gehaald voor cliënten van de naastgelegen boomkwekerij. Het hof verstaat de stellingname van de heffingsambtenaar aldus dat sprake is van een privésiertuin, waaruit incidenteel bomen en planten worden gehaald voor cliënten van die kwekerij en de stellingname van belanghebbende aldus dat de siertuin geheel dienstbaar is aan de boomkwekerij. Belanghebbende heeft geen enkel inzicht verschaft in de met die incidentele verkoop van bomen en planten behaalde en te verwachten nettoresultaten. Er ontbreekt derhalve de feitelijke grondslag voor het oordeel dat sprake is van bedrijfsmatig geëxploiteerde grond.